Nederlands Hebrew English staal.bz
Home
Recensies
Bestel nu
Archief
Artikelen
Links
Ter nagedachtenis
About
Verhalen
Prikbord
Gastenboek
Nieuwsbrief
Nieuws
Video
Contact

PRIKBORD
Uw ervaring en mening zijn belangrijk.
Stuur een email of klik op de postbus hiernaast om berichten te plaatsen.
Mail To

PRIKBORD

top















































Documenten
Bestellen
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen

Prikbord

Opgelicht 2
reacties (5)

Nadat mij steeds, door SINJOI en VBV, werd gevraagd en zelf aangedrongen mijn dossier aan hen te geven voor onderzoek en het indienen van een claim bij JMW, heb ik hiervoor mijn toestemming gegeven. Mijn voorwaarde was wel dat de wezenorganisaties SINJOI en VBV deze zaak voor mij, op professionele wijze, zouden behandelen. Ik had niet de wil en kracht om deze zaak aanhangig te maken en heb daarom dhr. Pront van de Israelische wezenorganisatie SINJOI gemachtigd voor mij een claim in te dienen bij JMW.
Het enige wat SINJOI en VBV hebben gedaan is mij valse hoop geven. Deze organisaties beloofden een onderbouwde claim uit mijn naam in te dienen bij JMW maar hebben dit niet gedaan.
Uit een brief van JMW van 26 februari 2009 blijkt dat dhr. Pront op 18 augustus 2008 JMW berichtte dat hij namens mij in bezwaar ging.
Hierop schreef JMW op 16 september 2008 aan Pront dat JMW op 27 april 2007 een bijgestelde rapportage toegezonden had maar dat hij daar nooit op gereageerd had. Hoewel Pront op de hoogte is van de procedure berichtte JMW dat ze bereid zijn een binnen twee maanden ingediende onderbouwde claim in behandeling te nemen.
Pront heeft ook dit keer verzuimd binnen de genoemde termijn van twee maanden mijn claim te onderbouwen, waardoor mijn claim niet in behandeling is genomen door JMW.
Ik voel me voor de zoveelste keer opgelicht en weer door een organisatie die ik vertrouwde dat ze mijn belangen goed zullen behartigen.
Het heeft er alle schijn van dat ook dit keer SINJOI gekozen heeft om met JMW samen te werken om te voorkomen dat de waarheid aan het licht komt. Pront heeft hier ongetwijfeld zijn reden voor, zie ook het boek Roestvrijstaal.

Marianne van Geuns, 5 maart 2009.

Lezersreacties (5)
Geef uw reactie

top

E-mail bericht
From:Sonja Lilienstern Spijer
Date:30/04/2009 15:28
To:Roestvrijstaal
Subject:Prikbord

Ik sta volkomen achter Marianne van Geuns en ken haar persoonlijk, waren in een zelfde kinderhuis in Nederland en ontmoette haar ook in Israel. Alhoewel ik van 1946 ben begrijp ik haar probleem 100%, daar ook ik me gezeperd voel wat betreft JMW Nederland.
Dank u voor uw begrip al bijvoorbaat,

Sonja Lilienstern Spijer

E-mail bericht
From:Shalom Pront
Date:16/03/2009 11:06
To:Roestvrijstaal
Subject:Re: Post van de website Roestvrijstaal

Geachte Webmaster Roestvrij-Staal,

Ondergetekende is niet van plan een discussie aan te gaan met mevrouw van Geuns, of wie dan ook, op Uw website.
Haar ongegronde en lasterlijke beschuldigingen zullen te zijner tijd aan de orde gestelt worden door mijn juridische adviseurs in een door mij gekozen forum.
Ik wil u hierbij waarschuwen dat de brieven van mevrouw van Geuns, van 16 november 2008, van 18 februari 2009, zowel als die van 5 en 6 maart 2009, ongegronde en lasterlijke aantijgingen aan mijn adres bevatten.
Ik eis hierbij dat u deze aantijgingen onmiddelijk verwijdert van uw website en dat u ook meteen Google hiervan informeert, zodat het doordringen van deze laster in hun zoekmachine voorkomen kan worden.
Als u dit niet doet, mag ik veronderstellen dat u deze aantijgingen ondersteunt.

Met een groet,
Shalom Pront

E-mail bericht
From:Roestvrijstaal
Date:13/03/2009 16:30
To:Shalom Pront
Subject:Post van de website Roestvrijstaal

Geachte heer Pront,

Een week geleden heeft u toegezegd te reageren op het bericht van Marianne van Geuns, geplaatst op ons Prikbord.
Tot op heden hebben wij uw reactie hierop niet ontvangen.
Gaarne vernemen wij of u als nog gaat reageren op de beschuldiging dat u een oplichter bent.

Shabbath shalom en met vriendelijke groet,
Redactie website
Roestvrijstaal

E-mail bericht
From:Shalom Pront
Date:06/03/2009 13:12
To:Roestvrijstaal
Subject:Re: Post van de website Roestvrijstaal

OK maar dat duurt wel een tijdje.
Pront

E-mail bericht
From:Roestvrijstaal
Date:06/03/2009 13:02
To:Shalom Pront
Subject:Post van de website Roestvrijstaal

Geachte heer Pront,
Mevrouw van Geuns heeft een bericht over u op het Prikbord van Roestvrijstaal (www.wezen.org en/of www.roestvrij-staal.com) gezet.
De redactie van de website zou het op prijs stellen als u hier op wil reageren.
Met vriendelijke groet,
De webmaster
top















































Prikbord

Nadat mij steeds, door SINJOI en VBV, werd gevraagt of ik s.v.p. mijn dossier wou geven om mijn "opgelichte" verleden te laten onderzoeken heb ik mee gewerkt.
Het resultaat deed mij niet goed en tot op heden heb ik hierdoor weer problemen met mijn verleden van na de oorlog.
Toen ik meerderjarig werd moest ik tekenen voor de ontvangst van mijn vermogen. Daar ik in de Bergstichting had gewoond en daar 10 gulden per maand zakgeld kreeg, was ik uiteraard blij met een paar duizend gulden. Ik voelde mij rijk. Heb daar nooit verder over nagedacht.
In die tijd mocht een pleeggezin of instantie als het nodig was niet meer dan 2,25 gulden per dag van de rekening van dat kind afhalen. In mijn geval zijn de pleeggezinnen en Bergstichting met 10 gulden per dag begonnen en zijn door gegaan tot over de 20 gulden per dag en dat was in 1945-1961 heeeeel veeeel geld. Ik voel me daarom opgelicht door VBV en SINJOI.

Marianne van Geuns, 18 februari 2009.


top
















































Prikbord

ik geloof dat de heer Staal niet voor 100% maar veel meer zelfs gelijk heeft en zit, behalve dat mijn ouders armer waren en ik in 1946 geboren ben, ongeveer in hetzelfde schuitje.

Sonja Lilienstern-Spijer
9 februari 2009.


top
















































Prikbord

Beste Flory ,

Was totaal verrast door je negatieve opinie van je laatste boekbeschrijving over het boek " Roestvrijstaal " geschreven door dhr. Philip Staal uit Pardess-Channah Israel . Mij leek het meer op een boek afkamming en beledigend voor de schrijver . Hoe kom je er bij deze man op zo een manier te behandelen , heb jij bewijzen dat het geschrevene niet waar is . Ik ken dhr. Staal heel goed en ben er van overtuigd dat alles dat in het boek staat de volle waarheid is . Trouwens al zijn bronnen staan op het internet die voor ieder open staan .

Nee Flory dit is niet in de haak , je mag wel onder je vrienden zeggen wat je wilt maar zodra je het in naam van de organisatie VBV doet , waar ook ik lid van ben , ben ik absoluut tegen deze onbeleefde manier van jou optreden als voorzitter van VBV .

bijvoegende link van www.staal.bz

Groeten,
Giora Nevo
20 januari 2009


top
















































Brief aan Joods NL
Beste Raya,
Long time no see, hoe is het met je?
Heb het artikel "Samenwerking Joodse oorlogswezen valt uiteen", gelezen met openbaren beschuldigingen aan een van de medeoprichters van de overkoepelde organisatie SRJO (Stichting Rechtsherstel Joodse Oorlogwezen).
Ik heb de eer een betalend lid van alle drie organisaties te zijn, VBV, SINJOI en ALJH. Het is erg jammer dat deze organisaties onnodige meningsverschillen met elkaar hebben. Ik stuur je deze link van de nieuwsbrief nummer 11 van 15 maart 2006, waar alles openbaar is uitgelegd en niet helemaal overeenkomt met het artikel in joods.nl van vandaag 17 maart 2006.
Hartelijke groeten,
Giora Nevo

top
















































Een vraag aan SINJOI

  • 6 maart 2006: heeft JMW besloten de besprekingen met SRJO te beindigen.
  • 5 febuari 2006: een besluit tussen JMW en SRJO in Natanja samen te werken in een algemeen onafhankelijk onderzoek ten gunste van wo2 wezen.
  • 21 februari 2006, de directie van JMW eregasten van SINJOI op de leden vergadering in Tiberias.
  • 3 maart 2006; Email van SRJO aan JMW, waneer een tweede geprek kan worden verwacht op basis van de onderhandeling van 5/02/06 in Natanja.
  • 6 maart 2006; twee weken na hun laatste bezoek in Israel (SINJOI-Tiberias) deelt JMW het volgende aan de SRJO mede: de besprekingen met de SRJO zijn over, pase verleden, en zij doen alles zelf. Op welke basis zijn zij JMW, tot deze conclusie gekomen, er zijn hier te veel vraagtekens ??????????? SINJOI Ook jullie zijn lid van de SRJO en ook ik ben een oorlogswees en weer moet ik vertrouwen hebben in zij, die ons leiden. Dit keer niet als kind maar als volwassen die vragen stelt.
    Bestuursleden van SINJOI, schamen jullie je niet? Laat iets van je horen en maak een onmogelijke situatie mogelijk met een oprecht antwoord.
    Wat was de reden dat jullie JMW uitgenodigd hebben voor de SINJOI vergadering terwijl de bestuursleden van de SRJO niet mochten komen????????
    Marcel Staal.
    Wat een geluk van het bestaan van het Internet
    Bij zuiver toeval verscheen deze website op mijn computer scherm, wat voor mij echter een volkomen verrassing is, is het feit dat men mij als betalend lid zelfs voor het jaar 2006 niet van op de hoogte bracht. In een amuta zo als de onze SINJOI mogen geen geheimen voor de leden zijn.

    Jehuda Vardi die deze laatste week een paar maal bij mij was om voor hem een brief naar SCMI te schrijven heeft hier geen woord over gezegd. Verlangend naar een uitleg van het bestuur over dit rare gedrag tegenover Stichting Rechtsherstel Joodse Oorlogswezen die samen met SINJOI, ALJH en V.B.V. Nederland, sinds eind oktober 2005 een overkoepelende organisatie zijn geworden. Het besluit was dat enkel SRJO zich met JMW in verbinding zou stellen.

    Groot is mijn verbazing en onbegrip dat Sinjoi op eigen houtje zich ook met JMW en met het Ministerie van Justitie bezig houd.
    Dit soort van besluiten kunnen enkel op de Algemene Vergadering besproken en besloten worden, daar deze nog niet plaats gevonden heeft, lijkt me het onverantwoordelijk deze aangeledigheden op het info van het Sinjoi website officieel te publiceren.

    Giora Nevo, 13 februari 2006

    top
















































    20 november 2005

    Giora Nevo
    Mishףl Hasaםfan 20
    Kiryat-Gat 82057
    Giora Nevo

    O P E NB R I E F

    Aan het bestuur van Ajalah a.r.
    Ajalah, postbus 715
    Rannana 43104
    e-mail adres: info@ajalah.com

    Shalom bestuur,

    De prettige en makkelijke uitleg van info 34 over de nieuwe ontwikkelingen van de Claims Conference in verband met het Artikel 2-Fonds kan niet zonder mijn dank zomaar aan de kant gelegd worden. Tot nu toe was voor velen de CC voor ons gesloten, nu de Duitse overheid enkele wijzigingen omtrent de nog overlevende meestal wezen en of half wezen vervolgde Joden die de Shoa overleefd hebben een kansje lopen om een 1500 shekel per maand te onvangen die zeker een hulp zijn voor de hoge medische kosten die we bijna allen nodig hebben wegens het geestelijke leed dat de Nazi's en aanhangers ons tijdens 1940 – 1945 aangedaan hebben.

    Wat me echter ten zeerste tegenvalt zijn de voorwaarden om in aanmerking te komen om een claim te ontvangen. De twee eerste eisen (1) a,b,c,d en eis (2) kan ik begrijpen, echter eis drie in geen geval , want het gaat geen mens , organisatie of staat aan hoe de Shoa overlevende sinds de laatste 60 jaar hun leven herbouwd hebben en hoeveel hun broodwinning is. Het lijkt me heel raar dat de drie vertrouwens organisaties: JMW, Het Nederlands Auschwitz Comite en VBV dit belangrijke punt over het hoofd gezien hebben. Weer wordt er van degenen die in aanmerking komen geeist zich bloot testellen met allerlei financieele documentatie die in het Engels of Duits vertaald moeten worden, wie betalen daar de onkosten van. Een blaadje A-4 kan honderde shekalim kosten per professionele vertaling.

    Ook is het teleurstellend en onbegrijpelijk dat Ajalah a.r. de oudste hulpverlende organisatie voor oorlogsslachtoffers in Israel zich niet bemoeid met de volkomen juiste eisen van de twee tamelijk nieuwe wezen organisaties die sinds kort samen met VBV Nederland ייn grote overkoepelde wezen organisatie zijn geworden. Is de Joodse solidariteit Ajala a.r. ontgaan of is er een andere tegenstelling van interesse gaande? ........

    Met vriendelijke groet,
    Giora Nevo.

    top
















































    Lerivchat Jotsei Holland

    Amuta Lerivchat Jotsei Holland (AR)
    P.O.B. 4121, Tel Mond 40600 – Israel
    Tel. 972-9-7966252 E-mail: tswi31@bezeqint.net


    Tel Mond, 15 november 2005

    O P E N B R I E F

    Aan het bestuur van Ajalah
    Mevrouw Marti Herschler, voorzitter
    P.O.Box 715
    Ra’anana 43104

    Geachte mevrouw Herschler
    geacht bestuur,

    Een zinssnede heeft ons getroffen in uw proloog “Van de Bestuurstafel” gepubliceerd in uw Info Nr. 34 van oktober 2005.
    Quote
    Wij van Ajalah staan op het standpunt dat wij dienen op te komen voor de belangen van alle Nederlandse oorlogsvervolgden die in Israel wonen ongeacht hun lidmaatschap van Ajalah
    Unquote

    Zoals u genoegzaam bekend is heeft onze voorzitter zich telefonisch in oktober van dit jaar tot u gewend met het verzoek deel te nemen aan de oprichting van een nieuwe overkoepelende stichting van Nederlandse oorlogswezen om een onafhankelijk onderzoek te doen plaats vinden naar het Vermogen en Beheer van deze wezen die onder de voogdij vielen van de Joodse instellingen en van particulieren.

    Uw weigering om mede oprichter te zijn van de stichting heeft ons onaangenaam getroffen. Temeer daar de argumentatie die door uw voorzitter werd aangevoerd om van deelname af te zien direct indruist tegen uw zo goed geformuleerde basis waarop u opereert als hulpverlenende stichting.
    Het motief van uw voorzitter dat zij werkneemster was bij JMW en dat Ajalah deze instelling nodig heeft voor gegevens om haar werk hier in Israel te verrichten is niet relevant en schokkend te vernemen.

    De wezen vragen om onderzoek en rechtsherstel.
    Bij u is de wil niet aanwezig om de petitie te ondertekenen en deel te nemen aan de nieuwe overkoepelende stichting.

    Met uw opstelling worden de wezen door u behandeld als onmondigen en wekt u de indruk dat zij niet het recht hebben om voor hun belangen op te komen.

    Uw organisatie laat deze grote groep, eerste generatie oorlogsgetroffenen, de onder voogdij gestelde wezen, in de steek. Concluderend komt het er op neer dat de doelstelling van uw stichting (hier boven vermeld) niet geldt voor het opkomen van de rechten van de wezen.

    Het is voor uw instelling en uw bestuur laakbaar zich te onthouden van uw medewerking voor de tot standkoming en deelname aan de overkoepelende stichting ten behoeve van deze dubbel getroffen groep.

    Zonder uw participatie en steun is de stichting “Samenwerkingsverband Rechtsherstel Joodse Oorlogswezen (SRJO)” tot stand gekomen.

    Hoogachtend,
    Bestuur Amuta Leriwchat Jotsei Holland AR

    Tswi J. Herschel, voorzitter

    top
















































    Date: Mon, 24 Oct 2005 10:56:17 -0400
    To: Marthi Hershler
    From: Bjorn J. Gruenwald
    Subject: Re: oorlogswezen

    Ms. Marthi Hershler - de Wilde,
    I was born in the Netherlands. I lived in the Netherlands for more than seventeen years. My family and ancestry were Dutch citizens since the sixteenth century. At birth, the Dutch Government confiscated my citizenship and made me stateless. The conscious long-term policy of the government of Holland deliberately and intentionally perpetuated my stateless, identity-less and displaced-person status. It did so with thousands of others as well. The Dutch government in their infinite arrogance have at all times refused to consider a possible reconciliation or even to discuss the situation. Their policy was, and still is, to remain silent at all cost. The Jewish help organizations did absolutely nothing, they only made things more difficult. Elementary human rights regarding identity and to simply belong to this planet, although signed by the Dutch government in 1948 in Geneva, Switzerland, were denied and trampled.
    For me, it is not about your stolen money, but about my G'd given birthright. In the fifties the Jewish help organization (JMW or Le-Ezrath) were not even willing to pay the two hundred guilders required to at least file a petition for reinstatement of my stolen citizenship.
    Where were you when I was young and needed help?
    Where were you during all the years between 1945 and today?
    Now, you are offering help? What help could you possibly give after all these years of deliberate, intentional and wanton neglect.
    Where is the decency and willingness to bring about some justice?
    In my late teens, I had to flee to another country, away from the intensifying harassment by the Dutch "vreemdelingen politie." It was the only way to obtain some harmony, tranquility and hope for the future and the right to some form of identity. My decampment resulted in Swedish citizenship, despite the many attempts by the Dutch police and a corrupt Jewish help organization to return me into their claws for further harassment.
    Recently, the Jewish help organizations went to court to claim that the statue of limitation regarding the return of the victim's money has expired, which would make these Jewish help organizations the sole beneficiaries of the victim's money. This despicable and incriminating act parallels many of those committed by the Nazis. You folks are still living on the misery of others. Your salaries are paid with the victim's stolen money. You are consciously perpetuating the more than sixty-year-wretchedness for no other reason than to allow yourself a comfortable living.
    Soon after the war, the Jewish help organizations became drunk of greed and self importance. It is a well known fact throughout the world that your Dutch history is filled with acts of greed, self interest, theft and fraud. We don't have to go further than the Dutch treatment of the Indonesian people and how that prior poverty stricken Orange House enriched themselves to the demise of the indigenous people.
    During the war the King of Denmark and other monarchs stayed with their people. The Dutch Orange House people cowardly fled to England and Canada.
    I am utterly dismayed by your bureaucratic offer of help in the context of ulterior motives and a callous lack of sensitivity.
    "Oh the Dutch, Oh the Dutch, they give so little and they take so much!" quote of Lord Byron.
    Bjorn J. Gruenwald

    Date: 01:06 AM 10/21/2005 +0200
    To: "Bjorn J. Gruenwald"
    From: Marthi Hershler
    Subject: oorlogswezen
    Dear mr. Gruenwald,
    We read your message at the website of the Wezenorganisatie.
    As chair of the organisation Ajalah I want to tell you that in some cases the Pensioen- en uitkeringsraad is prepared to pay to people who were stateless and minor orphans and left the Netherlands untill 1950. In the attachment I send you the information about this. We published this in our Information Bulletin of March 2004 and we also tried to inform the participants of the Congres in Amsterdam last summer.
    In case you belong to the group of people who answer to this conditions, Ajalah we be glad to assist you. The members of our organistion are survivers of WO II and our comite consists of volunteers who try to advice and help the members with problems that are related to the payments of the Wuv and other organisations.
    If you want some further information please phone us,
    With kind regards and chag sameah,
    Marthi Hershler - de Wilde, voorzitter-secretaris Ajalah - VBV Israel
    P.O.Box 715 Ra'anana 43104, Tel/fax ++ 972 9 74 69 606
    Marthi Hershler-de Wilde

    top
















































    Bij de dood van Ariכl Buda, kleinzoon van Aviva Langer-Hamburg
    Door Elma Verhey, 24 oktober 2005

    Een aantal weken geleden kreeg ik een lange emailbrief van Aviva (Floor) Langer-Hamburg. Aviva was, dacht ze zelf, misschien wel een van de ‘oudste Nederlandse oorlogswezen’. Ze is geboren in april 1922 in Zutphen. Enthousiast schreef ze dat ze tien kleinkinderen had. Maar ze maakte zich grote zorgen over een van haar kleinzonen, Ariכl Buda, zoon van haar dochter, die op 7 januari van dit jaar werd getroffen door een aanslag van de Fatah's al-Aqsa Martelaren Brigade. Ariכl, 21 jaar oud, diende als officier in het Israכlische leger. Bij de aanval werd zijn collega-officier Yosef Atia gedood. Drie andere soldaten raakten net als Ariכl ernstig gewond.
    Toentertijd maakte Aviva zich al grote zorgen over haar kleinzoon. Ze wilde naar Nederland komen maar schreef: ‘Ik kom alleen naar Holland als de toestand van mijn kleinzoon dat toestaat. Die arme soldaat is aangeschoten door Palestijnen in januari dit jaar. Hij staat nog steeds niet op zijn benen, kan nog niet praten of eten, en tot overmaat van ramp heeft hij weer eens koorts gekregen. Hij heeft een paar maanden geleden ook een hersenvliesontsteking gehad, dus je begrijp dat ons maatje vol is, nadat hij maar liefst 13 operaties achter de rug heeft allemaal in zijn hoofd. Groeten uit het prachtige Tel-Aviv.’
    Op 15 oktober is Ariכl Buda overleden en op 16 oktober is zijn lichaam bijgezet op de militaire begraafplaats Kiryat Shaul. Aviva schreef: ‘Ik was zo trots toen ik je in mijn laatste mail schreef dat ik 10 kleinkinderen had. Maar tot ons groot verdriet is Ariכl overleden. Ik ben op dit moment bijna nooit thuis, erg veel bij mijn dochter, die vlak bij mij woont. Daar probeer ik een sterke vrouw te zijn, maar als ik naar huis kom, laat ik mijn tranen de vrije loop.’
    Ter nagedachtenis aan Ariכl Buda, die zijn leven gaf voor de staat Israכl, hierbij de geschiedenis van Aviva, die tenslotte ook een beetje de geschiedenis van Ariכl is.

    Aviva schreef me dat ze vanaf 10 mei 1940, de dag waarop de Duitsers Nederland binnen vielen, ‘geen enkele datum [is] vergeten. Mijn vader Abraham Hamburg moest in augustus 1942 (precies op de dag dat de geallieerden probeerden Brest in Frankrijk te bereiken - wat hen niet gelukt is) naar een werkkamp in Holland. Mijn vader was een heel vrome man die in G’D geloofde. Ik zal nooit vergeten hoe hij diezelfde morgen van zijn vertrek in de kamer zat te huilen toen hij het morgengebed zei. Ik zie hem nog gaan met in iedere hand een koffer. Hij probeerde opgewekt te zijn en zei tot ons: ik kom terug !!!’
    Aviva, die gevraagd was om in de Berg-Stichting in Laren te komen werken, had al verschillende keren te horen gekregen dat haar ouders dat niet wilden. Maar in de loop van de weken die volgden, toen vooral jonge mensen werden opgeroepen voor ‘werk in Oost-Europa’, leek het veiliger dat ze dat toch deed. Aviva: ‘Dus ik ging naar Laren met de trein, en mijn moeder stond op een weg, om mij toe te zwaaien, want ze mocht niet op het perron. Dat was op 30 september 1942. Drie dagen later werden mijn moeder en mijn zus Betsie opgehaald door de Nederlandse politie. Dat was op 2 oktober, de dag dat alle vrouwen en kinderen opgehaald werden, waarvan de mannen en vaders in een werkkamp in Nederland waren. Intussen hadden ze mijn vader al naar Westerbork gebracht, waar ook mijn moeder en zus naar toe gebracht werden. Ze waren daar samen tot 30 oktober, daarna naar Auschwitz waar ze op 2 november vergast werden. Vanaf die dag ben ik dus een oorlogswees.’
    Het leeghalen van de werkkampen (ruim 5000 mannen) en het tegelijkertijd ophalen van 9000 vrouwen en kinderen, op 2 en 3 oktober 1942 was in feite de eerste grootschalige deportatie van Nederlandse joden naar de vernietigingskampen. Rauter, het hoofd van het onderdrukkingsapparaat, had het doortrapte plan bedacht. De meeste joodse mannen meenden namelijk 'veilig; te zijn in een 'Nederlands' werkkamp. Hij schreef zijn superieuren in Berlijn dat de Nederlandse politie uiterst behulpzaam was geweest bij het leeghalen van de kampen en het ophalen van hun familieleden. 'Sehr Gut', schreven die terug. (Zie: Tot ziens in Vrij Mokum, brieven van Flip Slier uit Werkkamp Molengoot, met een inleiding van Elma Verhey, Oudewater 1999).

    Aviva was voorlopig ‘gespert’ vanwege haar werk in de Bergstichting. Maar in februari 1943, toen alle weeshuizen in Amsterdam werden leeggehaald (de Berg-Stichting uit Laren was gedwongen naar Amsterdam verhuisd) sloegen ook daar de nazi’s toe. Aviva: ‘Op een zekere dag stond de overvalwagen voor de deur om kinderen op te halen. De meesten waren op school, en dus konden ze maar 9 kinderen meenemen. Met mijn tas die ik zף vast hield dat mijn ster niet te zien was, ben ik langs de overvalwagen geslopen. Ik wist dat ze terug zouden komen.’
    Na allerlei omzwervingen kwam ze in contact met ‘een zekere tante Lies (van het verzet) en die nam mij mee met de trein naar het zuiden van het land in Noord-Brabant, een dorpje genoemd Liessel. Had ik nooit van gehoord, maar daar ben ik geweest tot het einde van de oorlog in november 1944. Tot aan de dag van vandaag heb ik nog steeds contact met de familie Goossens. Per slot van rekening hebben ze mijn leven gered. Het waren heel arme boerenmensen, waar ik heel hard gewerkt heb, maar ik was blij daar te zijn, want ik hoefde niet opgesloten in een kamertje te zitten.’
    Na de bevrijding ‘was voor mij was het jodendom voorbij. Ik geloofde aan niets meer. Ben toen vrijwillig in het Nederlandse leger geweest, het z.g. V.H.K.(Vrouwelijk Hulp Korps). Ik was daar tot ongeveer 1946 en toen ben ik op hachshara gegaan om naar Palestina te gaan waar ik aankwam in november 1947, net op tijd voor de bevrijdingsoorlog. Daarna in een kibboets en vervolgens naar Tel-Aviv, waar ik mijn man z.l. in 1949 heb leren kennen. We zijn getrouwd in februari 1950. Ik heb 2 kinderen, 8 kleinkinderen, maar onlangs zijn 2 kleinkinderen getrouwd, dus heb ik er eigenlijk nu 10.’
    Aviva Langer is sinds de oorlog twee keer in haar geboorteplaats Zutphen geweest. ‘De eerste keer met mijn man z.l. in 1953 omdat ik hem wou laten zien waar ik geboren ben en gewoond heb. De 2de keer was ik er 13 jaar geleden met mijn oudste kleinzoon t.g.v. zijn Bar-Mitswah, maar dat is ook alles. Iedere steen in Zutphen herinnert mij aan de oorlog. Dat kan ik niet meer verdragen.’

    Wie Aviva sterkte wil wensen met dit smartelijke verlies van haar kleinzoon, vindt hieronder haar mailadres.
    Aviva Langer-Hamburg

    top
















































    Reflections with the death of Ariel Buda, grandson of Aviva Langer–Hamburg.
    By Elma Verhey, October 24, 2005, translated by Jehuda (Hans) Lindebaum, Haifa, Israel, 26/10/2005
    Some weeks ago I received a long E- mail from Aviva (Floor) Langer – Hamburg . Aviva thought she was probably one of the “oldest“ Dutch “war orphans“.
    She was born in April 1922 in the City called Zutphen. Very excited she wrote that She has 10 grandchildren. However she was very much troubled about one of her grandchildren, Ariel Buda, son of her daughter, who on 7 January of this year was hit by a suicide attack carried out by “ Fatah`s” Al–Aqsa Martyrs Brigades. Ariel, 21 years old, served as an officer in the Israeli Army. At the attack was his colleague-officer Yosef Atia, killed. Three other soldiers, just as Ariel, were also severely wounded.
    At the time Aviva was very much upset about her grandson. She wanted to come to Holland but wrote: I will only come to Holland if the condition of my grandson will grant it. The poor soldier was hit in January this year. He still cannot stand on his feet, neither can he eat or talk.and to make the matters worse, his temperature rose again. Also he contracted a Cerebral inflammation some month ago, so you can imagine, then for us the cup was full. This after he had no less than 13 operations, all of them at his head. Best regards from beautiful Tel Aviv.

    Aviva wrote me that since 10 Mai 1940 , the day the German Armies invaded Holland , she has not forgotten even a single date . My father Abraham Hamburg, had to report to a camp in Holland for “ (slave) work “ in August 1942 . My father was a very religious man , who believed in G`d . I will never forget how He wept while saying his morning prayer in his room that same morning. I still see Him going, with a suitcase in each hand. He tried to be cheerful, and told us: I will be back !!
    Aviva was asked to come working at the “Bergstichting“ (a child home ) in the town of Laren, but every time her parents objected. However in the subsequent weeks when more and more young people where requested to report for “work in Eastern Europe“, it seemed safer for Aviva to go and work at the Bergstichting.
    So I went by train to Laren , and my Mother could only wave me goodbye from a distance , sine she was not allowed on the station platform .That was on 30 September 1942 .
    Three days later my mother and my sister Betsy where taken from their home by the Dutch police. That was on October 2 . That day all the wives who`s husbands and fathers where in a “ work camp “ in Holland, where rounded up. In the mean time my father had already arrived at Camp Westerbork , the same Camp where also my mother and sister where brought to . They were together there till October 30, then shipped to Auschwitz, where they were gassed on November 2. Thus, as from that day I was a “War Orphan”.
    The evacuation of the “ work camps “ (over 5000 man) and at the same time the rounding up of the women and children (some 9000), on October 2 and 3, 1942, was in fact the first “ grand scale “deportation of the Dutch Jews to the “Destruction Camps“ in Eastern Europe (mainly Poland) General Rauter, head of the Gestapo, was the brain of this devilish plan. The Jewish man thought that they would be safe in a Dutch “work camp” Rauter wrote his superiors in Berlin that the Dutch police corps was very much ready to assist with the evacuation of the camps, and the rounding up of the families. ”Sehr Gut“, was the reply.
    Aviva was “secured“ from deportation for a while, because of her work at the Bergstichting. But in February 1943, when all Orphanages where emptied, time was up also for the Bergstichting. (it was already relocated to Amsterdam) .
    Aviva: One day morning, a lorry stood in front of our door to take the children . Since most of them where at school at the time, so they could only take 9 of them. I slipped past the lorry, clutching my handbag in front of me, so they could not see my “Davids Star“ on my coat . I knew they would come again. After some wandering I met an “ aunt “Liese. (she belonged to the resistance) who took me by train to the South of Holland (Noord – Brabant ), to a small village with the name “Liesel“. Had never heard of it. But I remained there till the end of the war (in that part of Holland) in November 1944. I still maintain contact with this family Goossens. After all they saved my life. They were very poor farmers, and I worked very hard there. I was very happy to be there, because I did not have to stay locked up in a small room all day.
    After the “ liberation” I had enough of “Judaism“. I did not believe in anything anymore. I enlisted voluntarily into the Dutch Army. (Women Corps), and stayed there till 1946. I then went “on Hachshara“, to prepare myself to go to Palestina .
    I arrived there in November 1947, just in time for the War of Liberation. (Haatsmaoet) I went to a kibboets, and from there to Tel Aviv, where I met my future husband (z.l.) in 1949. We were married in February 1950. I got 2 children, 8 grandchildren, but since not long ago 2 of them married, I have actually 10 grandchildren!
    Aviva Langer visited her birth town “Zutphen“ twice since the war. The first time it was with her late husband in 1953 because I wanted to show him the place I was born, and lived. The second time was 13 years ago with my oldest grandson, for his “ Bar Mitzwa “, but that was all. Every stone in “Zutphen“ makes me remember the war .
    I cannot take that anymore.

    Those who want to condole Aviva with the loss of her grandson, mail to:
    Aviva Langer-Hamburg

    top
















































    Ik dring nog steeds aan op een onafhankelijk onderzoek, dat zo snel mogelijk dient plaats te vinden.
    Ongetwijfeld is er nog steeds meer materiaal beschikbaar dan thans wordt gezegd. Harry van der Bergh heeft mij toegezegd mij nader te informeren. Helaas heb ik nog niets van hem gehoord.
    A. Heertje, 19 october 2005

    top
















































    Beste vrienden van Nederlandse gemeenschap in Israel,
    Geacht bestuur van het JMW,

    Sinds enige weken volg ik op de voet de strijd van de WOII-wezen versus JMW. Mijn hart is met iedereen die op een of andere manier, ongeacht terecht of onterecht, het gevoel heeft dat hem/haar onrecht is aangedaan. Dit is dan ook de hoofdreden dat ik als privepersoon de petitie getekend heb.
    Bij elk geschil, in wat voor groepsverband dan ook, van gezin tot schoolklas, van voetbalelftal tot parlement en ook tussen volken, geldt een oud gezegde dat ons leert dat recht niet alleen gedaan moet worden, maar zeker ook gezien moet worden. Ik heb op geen enige wijze de benodigde kennis een oordeel in deze zaak te geven.
    Tot mijn verdriet moet ik steeds meer en meer (te)scherpe reacties in de conventionele en digitale media zien, reacties, beschuldigingen en verwijten van mensen die gisteren nog een goede relatie met elkaar hadden. Een ieder is gerechtigd te strijden voor zijn ideeen, overtuigingen en gelijk. Wel roep ik alle leden van onze gemeenschap op, ongeacht in welk forum zij zich bevinden om dit op een dergelijke wijze te doen dat dit geen tweespalt in onze gemeenschap zal veroorzaken. Met de onderlinge scherpe en soms beledigende ingezonden brieven die ik de laatste dagen lees, zal beslist niet het gewenste doel bereikt worden.
    Onze gemeenschap in Israel heeft zich er altijd op kunnen roemen dat wij het net ietsje anders doen dan helaas de norm in ons land. Laten wij met zijn allen proberen dit kosbare goed te koesteren.
    Als eventueel het recht wel gedaan is, zoals beweerd wordt, zou ik anderzijds de bestuurders van het JMW willen oproepen instrumenteel te zijn door dit recht ook (te laten) aantonen volgens het aloude Nederlandse spreekwoord.
    Wie van mening is dat hij/zij hierbij instrumenteel kan zijn laat dit dan weten.

    Mo'ediem le-smcha en chag sameach,
    Avraham (Albert) de Vries, Voorzitter van de IOH, 18 october 2005

    top
















































    "Im Ein Ani Li, Mi Li?" (vrijevertaling van het Hebr): "Als ik mezelf niet heb, wie heb ik dan?"
    Aan allen en mezelf,
    Ten eerste heeft het geen zin om ruzie met elkaar te maken, ik bied dan ook aan ieder die zich beledigd voeld mijn excuses aan en wil hun overtuigen dat het niet personelijk bedoeld is. Voelend in mijn ingewanden, (entrails een netter woord) dat het zwijgende antwoord van de laatsten 48 uur meer dan een antwoord is. Er is iets gaande, waar ik niet van op de hoogte ben.
    Er wordt weer met tijd geknoeid die nooit meer in te halen is, zoveel tijd hebben we niet meer als we dit nog willen meemaken. De meest geschikte vrouwen of mannen kunnen functies uitvoeren met alle verantwoordingen die zich voordoen voor het onderwerp van het wezen onderzoek zo als wij het zien. Het zou verstandig zijn een onafhankelijk persoon voor deze leidende positie te kiezen die geen wees nog Hollander hoeft te zijn. Denkend aan het Belgieseplein te Scheveningen waar velen straten beginnen lijkt me een goed idee de naam "Het Plein" te geven voor deze tijdelijke kleine overkoepelde unie die logischerwijzer van allerlei stromingen komt. Menend dat de twee wezen amutot in Israel het zelfs tijdelijk niet zullen kunnen bolwerken voor welke redenen dan ook.
    Daar in Israel de meeste overlevende wezen nog aanwezig zijn, meen ik dat "Het Plein" van uit Israel functioneren moet in samenwerking met Nederland en misschien ook andere landen waar nog steeds overlevende wezen leven. Deze vrijwillige unie zoude met beroepspersonen zoals: Juridische advies, erkende professionele historische raad en een gerechtelijk forensic accountant te werk moeten gaan.
    Het is van zelf sprekend dat er geld voor nodig is, ook als het meeste werk gedaan wordt door de vrijwilligers van de beide wezen organisaties en anderen uit Israel. Beiden amutot hebben een gedeelte van hun marorgelden ontvangen. Allereerst zouden we goed doen om mv.Elma Verhey te vragen of het haar past NU een paar dagen naar Israel te komen om een programma op te stellen nog voordat een delegatie naar Nederland vertrekt. Mevrouw Verhey heeft de meeste ervaring met dit uiterst belangrijke onderwerp. Daar voor lijkt me het beste de ioh zaal te huren, die in het centrum van T-A vlak bij het Azrielietreinstation bevind, waar ieder makelijk kan komen, de meesten zijn de 65 voorbij en genieten van 50% reductie per treinreis. De omkosten hier voor kunnen gedeeld worden door de twee wezen amutot met hun toestemming natuurlijk ieder neemt 50% van de algemene omkosten op zich, per kwitantie. De punten voor de besprekingen moeten dan van te voren alle uitgenodigden bereiken, zodoende kan ieder het onderwerp bestuderen voor de besprekingen dan sparen we meer tijd. Het is van zelf sprekend dat alle omkosten van mv. Verhey door de amutot betaald worden.
    De Maror gelden staan onder anderen voor zulke doeleinden als van "Het Plein" ter beschikking op voorwaarde dat "Het Plein" efficient en professioneel te werk gaat. Wanneer ieder van ons zijn best doet om samen te denken, samen te werken en gemeenschappelijk vertrouwen onder ons heerst, kunnen we ons doel bereiken.
    Giora Nevo, 18 october 2005.
    p.s. aan de voorzitters van de twee wezen amutot , gelieve dit schrijven aan al de bestuursleden door te geven .

    top
















































    I have no expectations, nor do I believe that the Government of the Netherlands is capable of changing its stripes. Even though my family lived in the Netherlands for several hundred years as Dutch citizens and I was born in Amsterdam, the Government of the Netherlands has kept me stateless. They have pocketed the "Wiedergutmachungs" funds awarded by the German Government in the 1950ies and in essence denied me any and all human rights including any form of restitution. Ironically, it now turns out that the Jewish Help Organization and the Dutch Government were a most lethal alliance of fraud, deceit and theft.
    Bjorn J. Gruenwald

    top
















































    Beste redactie,
    Het heeft geen zin om zelf enige claim te maken. Diegenen zoals ik die in Duitsland geboren waren en net de boot hebben gemist met naturalisatie, vallen nu eenmaal altijd tussen twee stoelen.
    Ik ging wel van de kleuterklas tot en met MULO in Amsterdam op school . Ik voelde me altijd als Hollander, maar bij mijn terugkomst uit Bergen-Belsen via Trobitz werd het mij heel duidelijk gemaakt dat ik een ongewenste vreemdeling was. Ik werd zelfs bedreigd met "repatriation" naar Duitsland!!!! Mijn Hollandse familie stond er hulpeloos bij en kon niets doen. Gelukkigerwijze had ik grootouders in England met een hele boel invloedrijke familieleden.
    Wat valt er nog meer te schrijven over het gevoel "outsider" te zijn? Ik kwam op Aliyah in 1951 en ging naar een kibbutz (wat een fout was!). Ik heb me nooit aangesloten bij een groeping van herkomst, waar moest ik ook zijn? En misschien was dat wel een voordeel. Ik kan me niet beklagen over mijn verder levensgang en ben ook niet in in financiele nood. Maar ik ben altijd bereid te helpen, vooral voor mensen die het nodig hebben. Vandaar mijn tekenen.
    Pas de laatste jaren ben ik me meer bewust van mijn Nederlandse geschiedenis. Vooral als ik de taal hoor realiseer ik me die, want Nederlanders ken ik nauwelijks. Ik geloof dat niet ייn van mijn klasgenoten het overleefd heeft met uitzondering van Trudie Salemons [en dat is all heel lang niet meer haar naam] maar die heb ook al in geen 52 jaar meer gezien!
    Als ik dit zo opschrijf realiseer ik me dat vooral een outsider omdat ik niet dood ben.
    Met hartelijke groeten en de beste wensen voor het NIEUWE JAAR.
    Reuven (Robert) Bar Chaim, 1 oktober 2005

    top
















































    Geboorte
    Met liefde en strelen
    In een
    Nacht vol
    Licht
    Van zonnestralen
    En warmte
    Werd ik verwekt.
    Geteisterd
    En gewond
    Door donder
    In een nacht
    Die steeds
    Donkerder wordt
    Zo ben ik geworden.
    Door een
    Nevelveld
    Kijk ik
    Verbijsterd
    Om mij heen
    En vraag
    Waarom.

    Benjamin Peleg (Flesschedrager), 30 september 2005, Rehovot, Israel

    top
















































    Giora Nevo
    21 september 2005
    י"ז אלול תשס"ה

    Geachte Israeliers van Nederlandse afkomst en anderen,
    Tot vandaag hebben ietsje over de 240 mensen getekend op de Petitie gelanceerd door mv. Elma Verhey, de bekende schrijfster van het boek : "Kind van de rekening" en dhr. Philip Staal. De petitie is om het besluit van Joods Maatschapelijk Werk (JMW) te veranderen en wel met de discussie door te gaan over het mogelijke wanbeheer van het voogdijschap over de WEZEN meteen na de bevrijding na Wereldoorlog 2. De wees kinderen of half wezen die uit de Nazi hel en uit de onderduiktijd terug naar Nederland keerden en velen een erfenis van hun ouders, gestolen goederen, inboedel van huizen en andere affecten toe kwam, werden in de verschillende kinderweeshuizen ondergebracht en hun mogelijke erfenis onder voogdijschap geplaatst.
    Zo als het vaker gebeurd zijn er toenmaals gevallen van erfenissen naar verkeerde richtingen gegaan.
    In 1976 zijn vele dossiers van de wezen vernietigd en wie er verantwoordelijk voor is, weet van niets.
    De onmenselijke Nazi misdaden zijn nooit te vergeten of te vergeven. Hetzelfde geld voor de wezen die hun erfenissen nooit rechtelijk ontvingen.

    Wanneer ik voor mezelf JMW vertaal, moet ik denken aan Sociale Werkers die aan de universiteit gestudeert hebben om mensen met allerlei Sociale problemen te hulp kunnen staan.
    Dat er geinteresseerde zijn al deze armzallige gevallen in de doofpot te stoppen is voor de weinige overlevende wezen (minstens 70 jaar) een grote teleurstelling.

    Het is een kwestie van een paar minuten om even naar de website: www.wezen.org te gaan en wie het nog niet gedaan heeft even op de wezen petitie te tekenen, ook als men geen lid is van een of ander (van de velen) organisaties. Laten we degenen die we nog helpen kunnen het genoegen doen te helpen ook wanneer we er zelf geen directe winst aan hebben. Zijn we onze gezamelijke SOLIDARITEIT vergeten??........

    S H A N A - T O V AA A NA L L E N

    Giora Nevo

    top
























    VBV Logo
    “Vakbond” voor Vervolgingsoverlevenden WO II

    Schellinkhout, 14-9-2005,

    Beste Harry,

    Tijdens de receptie bij het NIOD ter gelegenheid van de presentatie van het boek van Elma Verhey spraken wij af om samen eens te lunchen om de zaken betreffende de wezen te bespreken. In principe lijkt mij dat nog steeds een goed idee.

    Er tekende zich echter toen al duidelijk af dat jij niet echt open stond voor mijn argumentatie. Jij vond dat het hier alleen maar over geld ging. Deze mening ben ik ook toegedaan, echter met een kleine nuance. Het is JMW dat de gelden in beheer heeft en het is JMW dat daar geen afstand van wil doen. Inderdaad, je hebt gelijk. Het gaat hier gewoon om geld. Dat maak je ook duidelijk in je brief aan de wezenorganisaties waarin je zegt dat JMW niet van plan is om een financiכle vergoeding te overwegen.

    Zou het geen tijd worden om met alle wezen om de tafel te zitten? Waarom heeft JMW zo onvoorwaardelijk trouw gezworen aan de bestuurders van weleer, terwijl zij zelf geen enkele verantwoordelijkheid draagt voor wat er 60 jaar geleden plaatsvond? Het lijkt alsof zij de menselijkheid ondergeschikt heeft gemaakt aan de loyaliteit met de al lang overleden bestuursleden.

    Het is mij duidelijk dat jij als voorzitter van het JMW een andere koers vaart dan ik als medevoorzitter van het VBV. JMW is gelieerd aan het establishment (zie ook de onevenredige vertegenwoordiging van de kerkgenootschappen in o.a. de Gemeenschapsraad ) en het VBV is en blijft de vakbond voor overlevenden van de Tweede Wereldoorlog.

    Het JMW behandelt de cliכnten op basis van financiכle vergoedingen en subsidies. Dat geldt voor het VBV in het geheel niet. Voor het VBV speelt er dus geen enkele financieel argument. Wיl is een aantal van onze leden wees en wij vertegenwoordigen hen. Aan de orde is de erkenning van de vreselijke dingen die er met de wezen zijn gebeurd. Zelfs als je de zaken in de context van de tijd beziet.

    Nu de vraag rijst of men ook nog tekort is gedaan door de mensen die eigenlijk hun belangen optimaal zouden hebben moeten behartigen, maakt de zaak blijvend extra pijnlijk. Een onafhankelijk onderzoek lijkt noodzakelijk mocht JMW blijven volharden in haar standpunt. Maar dat onafhankelijk onderzoek zou dan ook echt onafhankelijk moeten zijn. Een bronnenonderzoek, om vast te stellen of het mogelijk is om op individueel niveau na te gaan wat er met de vermogens is gebeurd, zou tot de opties moeten behoren. Maar niet onder supervisie van JMW.

    Het VBV heeft veel waardering voor JMW, maar in deze zaak ligt onze solidariteit toch duidelijk bij de wezen. Er is teveel leed om daar zomaar aan voorbij te gaan.

    Als er een mogelijkheid is om een en ander te bespreken tijdens een lunch waarbij we over en weer elkaars standpunten tenminste willen respecteren en aanhoren dan kom ik graag terug op onze afspraak van destijds. Hoor ik van je?

    Met vriendelijke groet,
    Flory


    Postbus 87594 - - 1080 JN Amsterdam
    telefoon/fax: +31 20 6733233
    Bank: ABN-AMRO nr: 548017867 - - Postbank nr: 5063253
    K.v.K. nr: V 534134


    top





















    SINJOI
    Stichting (Israכl) Nederlands - Joodse Oorlogswezen in Israכl
    Tel: +972 8 8598729; +972 8 6278572

    Datum: 10-Aug-2005

    Aan Stichting Joods Maatschappelijk Werk
    Stichting Samenwerkingsverband JMW.
    De Lairessestraat 145-147
    1075 HJ Amsterdam
    Nederland

    Attentie: drs. H.G. Vuijsje, Algemeen directeur/bestuurder

    Geachte heer Vuijsje,

    Er zijn nu meer dan tien weken verstreken sinds onze gemeenschappelijke ontmoeting van 2 juni 2005 in Tel Aviv.
    Wij zijn benieuwd naar de resultaten van de door de JMW delegatie beloofde activiteiten betreffende de besproken punten van de agenda en de hieruit voortvloeiende voornemens en beslissingen.

    Het kernpunt dat naar voren kwam in onze gesprekken draait rond de oorsprong van het vermogen van de “slapende” organisaties, waarmee JMW nu wil fuseren en daarmee voornoemd vermogen absorbeert.

    Tegenover het groeiende aantal casussen, waar honderden en soms duizenden guldens van wezenerfenissen van toen, niet alleen de wettige erfgenamen niet bereikt hebben , maar kennelijk ook niet ten goede van deze is blijven staan, staat nu het groeiende bewustzijn van het bestaan van het fusievermogen.

    Er valt niet te ontkomen aan de gedachte dat er wel degelijk erfenissen op hun uitgangspunt zijn blijven staan, en aldus een component van dit vermogen vormen.

    Daarom heeft SINJOI , op de vergadering van juni j.l. in Tel Aviv een aantal geanonimiseerde dossiers aan JMW voorgelegd bevattende documenten van o.a. casus C (7 documenten) en casus D (5 documenten), die het bovengenoemde verschijnsel van verdwenen vermogens duidelijk accentueren.

    In de loop der tijd zal SINJOI meerdere casussen , die dit zelfde fenomeen tonen, onder de aandacht van JMW brengen.

    Dit geeft meer kracht aan het vermoeden dat er wel degelijk een causaal verband bestaat tussen de verloren gewaande wezentegoeden en het fusievermogen.

    De bewering van JMW, dat er geen vermogensbestanddelen van wezen in het fusievermogen aanwezig zijn, staat hiermee op losse schroeven, en als JMW er belang bij heeft deze bewering aannemelijk te maken moet er een onafhankelijk en deskundig onderzoek ingesteld worden naar de bronnen van voornoemd fusievermogen.

    Op onze gemeenschappelijke ontmoeting in Tel Aviv heeft JMW , in verband met bovenstaande, de volgende standpunten ingenomen :

  • JMW zal de onderzoeker(s) benoemen en SINJOI’s instemming verzoeken.
  • Er zal samen met SINJOI een publieke begeleidingscommissie worden ingesteld die deze materie gaat overzien en beoordelen.
  • JMW zal gezamelijk met SINJOI de agenda van deze commissie opstellen.

    JMW verklaarde dat zij het initiatief voor bovenstaande stappen zou nemen, maar SINJOI heeft echter tot op heden nog geen enkel voorstel ontvangen, niet betreffende deze overeengekomen punten, nog over andere onderwerpen.

    Indien JMW dit wenst is SINJOI bereid dit initiatief over te nemen en SINJOI heeft ook candidaten om voor te stellen voor het deskundige onderzoek naar het fusie vermogen.
    Wij wachten in deze nog steeds op de reactie van JMW.

    Ondertussen willen wij u het volgende in overweging geven:
    JMW heeft zich verplicht gevoeld om de groeiende onrust onder speciaal de Nederlands-Joodse oorlogswezen in Israel, o.a. betreffende de afwikkelingen van de wezenvermogens, tot kalmte te brengen.
    De methode die JMW tot nu toe hiervoor gehanteerd heeft is om afstand te nemen van alle verwijten, of ze te ontkennen of ze te verdedigen.
    Dit plaatst JMW, in de publieke opinie, in een medeplichtige rol.
    JMW geeft aan een kant toe dat de wezen zeer geleden hebben, ook onder toedoen van de behandeling die zij ontvingen , terwijl tegelijkertijd JMW deze behandeling acceptabel verklaard en rechtvaardigd.
    Dit is equivalent met te zeggen dat de wezen de behandeling gekregen hebben die ze toekwam.
    In plaats dat deze methode de gemoederen tot kalmte brengt, versterkt deze manier van reageren de overtuiging van de wezen en van het publiek, dat hun verdenkingen op goede grond steunen en zien in de publicaties van JMW behalve een loochening van aangedaan onrecht ook een zeer grote belediging.
    Zolang er geen oplossing in zicht is wenden meer en meer individuele wezen en groepjes zich tot de media met uitingen van echte wanhoop. Dit zal op den duur zeer zeker nadelige invloeden hebben op de imago van JMW, maar ook van alle joodse groepen en individuen in Nederland, want de publieke opinie is niet kieskeurig.
    Alleen al om deze beweegreden is het wenselijk om binnenkort tot een geschikt plan te komen en zo snel mogelijk met de uitvoering hiervan te beginnen.
    Een ander punt dat besproken is op onze gemeenschappelijke ontmoeting in Tel Aviv betreft de sociale dossiers van nog in leven zijnde wezen, in het archief van JMW.
    Uit de publicatie van JMW dd april 2005, “Een goede naam”, maar ook uit andere bronnen, blijkt dat JMW veelvuldig in deze dossiers duikt voor materiaal in haar p.r. geschil met Elma Verheij betreffende het boek “Kind van de Rekening”.
    Behalve dat dit tegenstrijdig zou kunnen zijn met de stipulaties van de “Wet bescherming persoonsgegevens” veroorzaakt dit grote onrust onder de wezen, wiens eigenwaarde dus weer vertrapt wordt op het altaar van een strijd die niets met ons te maken heeft.
    Wij verzoeken u nogmaals om een bevredigende regeling voor het beheer van het archief voor te stellen.
    In afwachting van uw spoedig antwoord.

    Met vriendelijke groet
    Namens SINJOI
    Shalom Pront, Secretaris SINJOI

    N.B. Wij voegen hierbij nogmaals de casuslijst, zoals JMW hem ontvangen heeft.
    Copies via e-mail: Hans Vuijsje; Harry v/d Bergh; Gerard Sanders



    top


























    From: Tswi Herschel
    To: jmw@joodswelzijn.nl
    Cc: elahmail@netvision.net.il ; 'scmi1' ; 'Irgoen Olei Holland' ; 'Marthi Hershler' ; rachman riwka
    Sent: Thursday, May 12, 2005 9:51 AM
    Subject: informatie bijeenkomst Tel Aviv

    Amuta Leriwchat Jotsei Holland AR
    P.O.Box 4121, Tel Mond 40600 - Israel

    Tel Mond, 12 mei 2005

    Joods Maatschappelijk Werk
    Amsterdam
    t.a.v. de heer Vuijsje

    Geachte heer Vuijsje,

    In aansluiting op ons schrijven d.d. 10 mei heeft ons bestuur besloten om uw uitnodiging aan al onze leden door te zenden met het verzoek aanwezig te zijn om uw explicatie aan te horen.

    Met vriendelijke groet,
    Amuta Leriwchat Jotsei Holland AR
    Tswi J. Herschel, voorzitter

    PS
    Ingevolge mijn afwezigheid verzoek ik u te corresponderen met
    Chelly Slagter
    E-mail adres chelly34@bezeqint.net



    top






    Lerivchat Jotsei Holland

    Amuta Lerivchat Jotsei Holland (AR)
    P.O.B. 4121, Tel Mond 40600 – Israel
    Tel. 972-9-7966252 E-mail: tswi31@bezeqint.net


    Tel Mond, 10 mei 2005

    Stichting Joods Maatschappelijk Werk
    De Lairessestraat 145-147
    1075HJ Amsterdam – Nederland

    Geachte heer Vuijsje,

    Heden ontvingen wij uw schrijven d.d. 26 april 2005 dat u met uw gevolg een werkbezoek zal brengen aan Israכl ten einde aan de vertegenwoordigers van de oorlogswezen uw standpunt uiteen te zetten m.b.t. het handelen van JMW en de WOII wezen.

    Het doet onze organisatie vreemd aan dat u alleen aan de vertegenwoordigers waaronder onze stichting meent de onrust die u heeft waargenomen onder de wezen in Israכl weg te nemen.
    U uit de wens in uw schrijven de “afstand” tussen JMW en de oorlogswezen in Israכl te overbruggen. Een dergelijk streven is zeker toe te juichen.

    Echter door “alleen” de vertegenwoordigers uit te nodigen wekt u de indruk van een “regentenmentaliteit” die wij oorlogswezen maar al te goed kennen.

    Het zal uw organisatie, u, de twee leden van de Raad van Toezicht sieren wanneer u zich rechtstreeks tot alle in Israכl woonachtige wezen van Nederlandse afkomst wendt en uit te nodigen voor uw geplande informatieve bijeenkomst in Tel Aviv.
    Deze suggestie moet worden gezien in het kader van de door u zo gekarakteriseerde “onrust” onder de wezen in Israכl.

    Met vriendelijke groet,
    Amuta Leriwchat Jotsei Holland

    Tswi J. Herschel, voorzitter



    top






    From: Mimi
    Date: 05/10/05 15:18:03
    To: h.vuijsje@joodswelzijn.nl
    Subject: brief aan de heer Vuijsje

    Geachte heer Vuijsje,

    In uw laatste brief aan mij, van 20 December 2000, over de erfenissen van mijn ouders en andere vermoorde familieleden, schrijft u dat ik geduld moet hebben omdat er een onderzoek uitgevoerd wordt naar de ''afwikkeling van de herstel- betalingen en de erfenissen van minderjarige joodse weeskinderen. Wij hopen dat dit onderzoek ons nieuwe handvatten biedt om uit te kunnen zoeken welke financieele handelingen Le-Ezrath Hajeled met de u toekomende gelden heeft verricht. Deze informatie is noodzakelijk voor de afhandeling van uw verzoek.'' Tot zover uw brief.

    Ik heb mij in al die jaren nooit bij u beklaagd en vol vertrouwen in u en in JMW de zaak afgewacht. Maar ondanks uw belofte van ruim vier jaar geleden, heb ik tot vandaag de dag geen antwoord ontvangen. Wel heb ik inmiddels het boek 'Kind van de rekening' van Elma Verhey gelezen, en ik ben oprecht en diep geschokt. Daarin wordt heel duidelijk aangetoond dat er geld van mijn zus en mij is verdwenen. Daar wil ik van u antwoord op hebben, maar niet het onbevredigende antwoord dat u in uw commentaar op het boek schrijft op de website van Joods Maatschappelijk Werk. Want het weinige wat u daar over mijn zaak schrijft, is beslist niet waar.

    Mijn ouders en ook mijn onderduikouders hebben mij eerlijkheid geleerd en ik zeg u: noch ik, noch mijn zus hebben ooit pakketjes ontvangen. Ik heb twee keer een voedselpakketje uit Nederland van Le-Ezrath gekregen.
    Ik weet nog heel goed waar dat uit bestond, o.a. koffie, hagelslag en zeep. Het staat nog in mijn geheugen gegrift want het was heel welkom en wij kwamen destijds in Gvar Am van alles te kort. Maar dat pakketje was beslist niet ter waarde van de 4000 gulden die mijn zus en ik van onze oom hadden geerft en dat Le-Ezrath namens mij en mijn zus in ontvangst heeft genomen.
    Ik wil graag weten waar uw bewering dat ik voor dat bedrag pakketjes zou hebben gekregen op is gebaseerd. Volgens mijn dossier is er alleen een elektrisch kacheltje gestuurd. Zoals ik ook aan Elma Verhey heb verteld, heb ik dat kacheltje nooit gekregen.
    Nogmaals en met de hand op mijn hart: ik heb geen geld en ook geen (buiten die twee) pakketjes gekregen.
    Behalve het geld van mijn oom heb ik ook nooit de erfenis van mijn ouders ontvangen, b.v. van de SEC, de Jokosgelden of de Wezenrente waar ik zelf recht op had en ik vraag u opnieuw waar mijn geld wel aan is besteed.

    Zoals ik in het begin van mijn brief schreef, wacht ik al ruim vier jaar op een antwoord. Mijn zus die zonder antwoord te hebben gekregen begin 2001 overleed, schreef u destijds dat ze zich twee keer bestolen voelde: een keer door de Duitsers, en de tweede keer door haar "eigen volk". In mijn boosheid over wat er is gebeurd, heb ik in de reportage van Andere Tijden iets soortgelijks gezegd als mijn zus. Het is, op mijn dringende verzoek, niet uitgezonden. Tot op de dag van vandaag kan en wil ik niet geloven dat mijn zus gelijk had en ik blijf de verwachting houden dat u en uw organisatie bereid zult zijn om tot een oplossing te komen. Daar ga ik nog steeds vanuit.

    In de oprechte hoop dat u mij niet nog eens vier jaar laat wachten, verblijf ik,
    hoogachtend,
    M.Pfingst-Gutmann.
    Hashikmah 67, 78358 Ashkelon, Israel, Tel: 86733765
    copie aan de heer H.van den Bergh.



    top