E-mail bericht
From: A. Heertje
To: J. Joor
Cc: Philip Staal; Flory B. Neter
Sent: Wednesday, January 21, 2009 10:52 AM Geachte heer Joor,
Ik heb kennis genomen van uw reactie op mijn opmerkingen over uw onderzoek inzake de Joodse wezen.
Zoals gebruikelijk indien geen inhoudelijk verweer voorhanden is, vlucht u in beschouwingen van procedurele aard. Ik ga er niet op in, want het leidt de aandacht af van de hoofdzaak.
Dat u als zogenaamde onderzoeker zich onderwerpt aan een formulering van een onderzoeksvraag, opgesteld met het kennelijke oogmerk de waarheid te verhullen, illustreert dat u niet als wetenschapper doch als ambtenaar functioneert. Immers, de formulering "systematisch misbruik" beoogt "onsystematisch misbruik" aan het oog te onttrekken, terwijl het uit een oogpunt van de wezen onverschillig is of zij slachtoffer van systematisch dan wel onsystematisch misbruik zijn.
Het vernietigen van een belangrijk archief wegens ruimtegebrek is in dit verband onverteerbaar. Voor de hand had gelegen -zo deze argumentatie deugdelijk zou zijn- het archief ter beschikking te stellen aan de wezen, omdat het om hun geschiedenis gaat. Ongetwijfeld zouden zij in Israel daarvoor een plaats hebben gevonden. Dat dit niet is gebeurd roept de schijn op dat de archieven het daglicht niet konden velen. In combinatie met de andere gegevens, is het vermoeden gerechtvaardigd dat in dit geval de schijn niet bedriegt. U hebt als onderzoeker gefaald door dit aspect niet te belichten. Natuurlijk hebben de betrokkenen "weloverwogen besloten de archieven te vernietigen". Uw krampachtige verdediging tegen beter weten in, brengt geen afronding van de gerezen kwestie met zich doch is veeleer aanleiding tot verder onderzoek door historici van niveau.
Dit klemt des te meer nu u zogenaamd vanwege de vraagstelling hebt geweigerd de wezen zelf te horen. U moet toch zelf inzien dat onder die omstandigheden niet langer sprake is van een serieus, wetenschappelijk onderzoek, nu u de direct betrokkenen niet in het onderzoek betrekt. Veeleer is sprake van een politiek pamflet.
Inmiddels is het boek van Philip Staal verschenen, getiteld "Roestvrijstaal". Wie kennis neemt van deze gedetailleerde en aan de hand van documenten verantwoorde studie kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de Joodse oorlogswezen door Joodse instellingen zijn beroofd van delen van hun vermogen en dat JMW justitie bewust valselijk heeft voorgelicht om deze onverkwikkelijke feiten in nevelen te hullen. In dit opzicht herhaalt de geschiedenis zich.
Zowel uw pseudo-onderzoek als het boek van Philip Staal zijn voldoende aanleiding het pleidooi voor een wetenschappelijk verantwoorde studie over dit onderwerp te ondersteunen. Vrijwel zeker zullen de resultaten uiterst pijnlijk zijn voor de bestuurders van weleer en hun nakomelingen. Er staat voor de Joodse gemeenschap geen andere weg open dan door deze zure appel heen te bijten, nu de waarheidsvinding in het geding is.Hoogachtend,
A. Heertje.