wezen.org
www.vk.nl - Zaterdag 8 mei 2010
|
De meeste Nederlanders waren wegkijkers en meelopers
Door Iki Freud, Amsterdam, psycholoog-psychoanalytica
De oorlog is inmiddels zestig jaar geleden, maar de stroom lectuur over dat onverwerkte verleden neemt alleen maar toe. De gebeurtenissen blijven de tweede of zelfs derde naoorlogse generatie nog altijd bezighouden....
De meeste Nederlanders waren wegkijkers en meelopers. Het vergt nu eenmaal buitengewoon veel moed om de eigen belangen op te offeren, of zelfs het leven te wagen, ten behoeve van anderen. De meerderheid vormde een grijze massa, die niet goed was en niet fout. De collaborateurs daarentegen bevonden zich in een allesbehalve grijs gebied. Zij maakten een keuze. Daardoor hebben hun nakomelingen nu nog steeds te kampen met gevoelens van schuld en schaamte. Kinderen zijn niet verantwoordelijk voor de daden van hun (groot)ouders, maar zo eenvoudig ligt de zaak helaas niet. De kinderen gaan gebukt onder een loyaliteitsconflict. Zij zitten klem tussen hun ouders, van wie ze immers houden, en de rest van de wereld. Het lukt hen niet goed zich te distantiëren van het verleden. Zij vermijden pijnlijke vragen aan hun ouders te stellen. De ouders geven liever de waarheid over dat verleden niet prijs. Op die manier blijft het voor hun kinderen een grijs gebied, omgeven met even vage als onheilspellende fantasieën.
Beroepsmatig heb ik zowel met de nakomelingen van daders als van slachtoffers te maken. Het valt me daarbij op dat de problemen van de daderkinderen ernstiger en minder oplosbaar zijn dan die van de slachtoffers. De eersten proberen zich tegen vermeende beschuldigingen uit de buitenwereld te rechtvaardigen. In hun bewuste discours zijn ze het hartgrondig eens met de fatsoensnormen van hun omgeving. Desondanks blijven ze zich levenslang innerlijk ongemakkelijk voelen en kampen ze met tegenstrijdige gevoelens. De diepgewortelde loyaliteit jegens hun ouders strijdt met hun fatsoensnormen. Daderkinderen gaan gebukt onder een schuldbeladen en schaamtevol geheim, een pijnlijk taboe, waarover zij liever niet communiceren. Onaangename confrontaties gaan zij vaak uit de weg door angstvallig verzwijgen of verdraaien van het verleden, zoals ze dat van hun ouders hebben geleerd. Zij hebben in het bijzonder een ongemakkelijke gevoel tegenover Joden, alsof die hen beschuldigen.
Hun zoektocht naar rechtvaardiging heeft hen een aantal ‘foute’ Joden opgeleverd. De slachtoffers zijn niet langer heilig, wat ze ook alleen maar waren vanwege het algemene schuldgevoel. Het bestaan van Joodse verraders of de Israëlische politiek van vandaag moet de moord op honderdduizend Nederlanders minder pijnlijk maken. De grenzen tussen ‘goed’ en ‘fout’, wit en zwart moeten opgerekt worden tot er een grijs gebied ontstaat. Het schrijnende onderscheid tussen daders en slachtoffers moet zoveel mogelijk vervagen.
Om van het verleden verlost te worden, is het noodzakelijk er kennis van te nemen. Zonder dat kan er van verwerking nauwelijks sprake zijn en blijft het voor de nakomelingen moeilijk hun houding te bepalen. Het verleden blijft op die manier de toekomst overschaduwen. Het onvermogen om te rouwen betekent een geestelijke verarming, een amputatie en een emotionele last.
|