Nederlands Hebrew English
Home
Documenten
Bestellen
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen

Volkskrant
www.volkskrant.nl - woensdag 3 februari 2010

De herkenbaarheid van verraad

Arie Elshout

De familie Joseph, van wie vader Berthold (staand), dochter Resi en zoon
Bernhard na de oorlog wegens verraad werden veroordeeld.


Bij wie kun je veilig onderduiken als de nood aan de man komt? Dat is een vraag die iedereen wel eens heeft horen stellen of zelf gesteld heeft, als aftrap voor een soort gezelschapsspel, waarbij men anderen de maat neemt.

Voor mezelf heb ik inmiddels mijn eigen variant ontwikkeld: wie zou moeiteloos hebben kunnen meedraaien in de vervolgings- en vernietigingsmachine van de nazi’s? Deze vraag is zo cru dat ik hem nooit in het openbaar heb durven opwerpen, maar – tot nu – in de beslotenheid van mijn hoofd heb gelaten.

Ik kom op dit onderwerp door het pas verschenen boek van schrijver/journalist Sytze van der Zee over de jacht op de Joodse onderduiker in Nederland tijdens de Duitse bezetting. Het heet Vogelvrij maar het had ook Verraad kunnen heten. Het is een dik boek, van ruim vijfhonderd pagina’s, en het schokkendste van alles is dat er nauwelijks een Duitser in voorkomt. De Jodenjagers waren meest Nederlanders.

Onderwerping
Natuurlijk waren we onze onschuld al lang kwijt. Uit geen enkel ander West-Europees land werden zo veel Joden afgevoerd als uit Nederland. 70 Procent van hen werd vermoord. Met dat percentage bevindt ons land zich in het gezelschap van traditioneel antisemitische landen als Polen en Hongarije. Daarvoor zijn tal van verklaringen aangevoerd, maar wat Van der Zee het meest trof tijdens zijn jarenlange werk in de archieven is het gebrek aan morele en mentale weerbaarheid bij de overgrote meerderheid van de bevolking.

Op alle niveaus was er een verbluffende bereidheid tot onderwerping. De secretarissen-generaal van de Haagse departementen legden zich algauw willoos neer bij de dictaten van de bezetter. De politie toonde zich overijverig in het opknappen van heel veel vuil werk voor de Duitsers. En dan waren er al die verraders en verklikkers.

Op die laatste groep richt Van der Zee zich. Hij is hun dossiers gedoken en schetst hun portretten.

Broodnijd
De een handelde uit pure Jodenhaat , de ander was een opportunist die de nieuwe orde omarmde om er beter van te worden. Sommigen lieten zich leiden door geldingsdrang, rancune of jaloezie. Er is het voorbeeld van een boer die zag dat zijn buurman onderduikers als goedkope arbeidskrachten inzette en uit broodnijd besloot dit aan te geven bij de Duitsers.

Daarnaast zijn er degenen die na te zijn opgepakt wegens zwarte handel, diefstal, of contacten met het verzet onder druk van de bezetter kozen voor het verraad. Het grootst is de groep die voor de bezetter ging werken in de (vaak ijdele) hoop het eigen leven te kunnen redden. Het allerengst waren de lieden die zonder invoelbare reden verraad pleegden.

Herkenbaar
Wat we hier voorgeschoteld krijgen is een staalkaart van het menselijk tekort. We kunnen dat ook het kwaad noemen. Dat is het uiteindelijk natuurlijk wel, maar tegelijkertijd is het een zwaar begrip, dat in discussies al snel een mythische lading krijgt en daarmee ongrijpbaar wordt en niets meer verklaart. Wat juist zo opvalt aan wat Van der Zee allemaal heeft opgediept, is hoe klein-menselijk de motieven voor het verraad vaak kunnen zijn. En dus ook: hoe herkenbaar.

Opportunisme, afgunst, baantjesjagerij, geldzucht, wrok – dat kunnen ook vandaag de dag zomaar de drijfveren zijn voor verraderlijk gedrag, in alle soorten van menselijke relaties. Dan is het niet zozeer een zaak van leven of dood, zoals onder de extreme omstandigheden van de Duitse bezetting, maar kan het nog altijd wel heel veel pijn veroorzaken.

De herkenbaarheid is er overigens ook nog op een andere manier. Wat zou jezelf doen in bepaalde situaties? Bijvoorbeeld als je je ten koste van anderen uit een netelige situatie kunt redden? Of ten koste van anderen iets kunt krijgen wat je anders nooit zult bereiken? Bij wie kun je onderduiken? Maar ook: zou je zelf onderduikers nemen?

Het indringende boek van Sytze van der Zee leidt bijna als vanzelf tot dit soort vragen, zet je aan het denken, wekt afschuw als je leest over de slechtsten van de slechtsten, maar het noopt ook tot bescheidenheid. Het beschrijft een van de zwartste episodes uit de Nederlandse geschiedenis. Maar het toont tevens het tekort van ons allen.
top