Nederlands Hebrew English wezen.org
Home
Documenten
Bestel nu
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen
Over ons
Nieuws
Ter nagedachtenis
Contact
Links
Video

Volkskrant
www.vk.nl - Vrijdag 31 december 2010

Joden gaan graag met hun enige God in debat

Door Asher Ben Avraham
De auteur is historicus, publicist en redacteur van het internetperiodiek: Ashers Ongenoegen. Met een verwijzing naar het jodendom weerspreekt hij Paul Cliteurs analyse dat de bron van geweld in het monotheïsme ligt.


Anders dan Paul Cliteur meent, ligt de bron van geweld niet in het monotheïsme.


Asher Ben Avraham
‘Religion sucks.’ Kort gezegd en met een beetje fantasie is dit de wrange boodschap van de rechtsgeleerde en filosoof Paul Cliteur in zijn recente boek Het Monotheïstisch Dilemma.

Cliteur stelt de monotheïstische godsdienst verantwoordelijk voor het terrorisme in de wereld. Jodendom, christendom en de islam worden daarmee in gelijke mate afgeserveerd. Elk van deze godsdiensten baseert zich immers op een Heilig Boek dat tal van aansporingen tot geweld bevat.

Of het nu om de Bijbel, de Tora of de Koran gaat, elk van de holy scriptures zit vol verhalen van geweld en wraaknemingen. En impliciet lijkt Cliteur te stellen dat het Jodendom de oudste monotheïstische godsdienst is en daarom eigenlijk de meeste blaam treft.

Handboek Soldaat
Direct geïnspireerd door gewelddadige bronteksten komt een relatief kleine groep terroristen vervolgens tot zijn wandaden. Als je al geen atheïst was, zou je het haast worden van deze deprimerende boodschap. Tenminste, als Cliteurs analyse juist is. En aan die juistheid mag je twijfelen.

Cliteur lijkt een bijzondere opvatting te hebben van het verschijnsel ‘monotheïstische godsdienst’ en de relatie hiervan met terrorisme. Die opvatting is als volgt: er is een Heilig Boek, en dat bevat simpelweg de door God gegeven regels die de gelovigen moeten uitvoeren. Godsdienst als receptenboek voor de gewone gelovigen; godsdienst als Handboek Soldaat voor de militante aanhangers. Elk Heilig Boek bevat aansporingen tot geweld. Tot zover klopt Cliteurs analyse.

Islamisme
Maar dan: de terrorist pakt de gewelddadige elementen uit het Heilige Boek en gebruikt die als rechtvaardiging voor zijn aanslagen. Zo redenerend, zou elk van de grote wereldgodsdiensten een terroristisch ingestelde schare volgelingen moeten kennen.

Je zou denken dat de wereld dan ook geregeld geconfronteerd wordt met christelijke en joodse terreurdaden, naast het terrorisme uit radicale islamistische kring. Toch is dat niet zo.

Het grote merendeel van de terroristische aanslagen in de afgelopen decennia is gepleegd door gewelddadige islamisten. Dit kille, objectief vast te stellen gegeven kan niet worden verklaard uit de theorie van Cliteur. Joodse en christelijke terreuraanslagen komen immers nauwelijks voor. Waar wringt hem dan de schoen? Zoals zo vaak zit het probleem in de uitgangspunten.

In debat met God
Godsdienst is niet per definitie het uitvoeren van een receptenboek. Er is geen automatische directe lijn van het Heilige Boek van een godsdienst naar de dagelijkse praktijk. Tussen de bron en de ontvanger zit een wereld aan interpretaties, vertalingen en accenten. Elke godsdienst heeft zijn eigen historische en sociaal-culturele context meegekregen. Juist deze context is bepalend voor het eigen karakter van een godsdienst.

Dat eigen karakter is niet alleen gevormd door de inhoud van het Heilige Boek, maar ook en vooral door de manier waarop de gelovigen hebben geleerd om te gaan met die inhoud.

Cliteurs premisse ‘monotheïsme ligt ten grondslag aan terreur’ gaat zeker niet op voor het jodendom. Een joods spreekwoord luidt: ‘Twee joden, drie meningen.’ Het jodendom kent van oudsher een traditie van permanente discussie over de interpretatie van de regels van de Tora. Een kritische houding tegenover de religeuze leerstellingen is een wezenskenmerk van het jodendom. Mozes ging al geregeld het debat met God aan, trok zijn opdrachten in twijfel en uitte kritiek op Zijn beslissingen.

Talmud
Juist omdat de rabbijnen inzagen dat een al te letterlijke interpretatie van de Tora in de praktijk tot onduidelijkheden of ongewenste situaties zou leiden, is de Talmud geschreven. Een serie boekwerken die alle leef- en gedragsregels uit de Tora kritisch bespreekt en een acceptabele praktijk uitwerkt.

Gewelddadige elementen van de leer (zoals de doodstraf, lijfstraffen of wraaknemingen) werden door de rabbijnen aan zoveel voorwaarden gekoppeld dat ze vrijwel niet meer konden worden toegepast. Het eerbiedigen en redden van het menselijk leven gaat voor de rabbijnen boven het kiezen voor de dood.

Niet-missionair
Een godsdienst die oproept tot het zonodig met geweld bekeren van ongelovigen of andersgelovigen kan bijdragen aan het ontstaan van gewelddadig extremisme. Het jodendom is niet missionair. Er is geen opdracht tot bekering van niet-joden. Opname in het joodse volk is gebaseerd op de vrije wil van de bekeerling; dwang is uit den boze.

De joodse religieuze cultuur is dus sterk gevormd door tekstkritiek, religieuze discussie, respect voor het leven en ontbreken van bekeringsdrift ten aanzien van andere volkeren en religies. Door al deze factoren zijn de gewelddadige aspecten van het Heilige Boek zodanig verzacht dat er geen voedingsbodem bestaat voor joods terrorisme. Cliteurs theorie gaat dus niet op voor één van de monotheïstische religies.

Doodscultus
De wortels van het terrorisme liggen in het ontbreken van een buffer tussen de boodschap van het Heilige Boek enerzijds en de dagelijkse religieuze praktijk anderzijds.

Gewelddadig religieus extremisme kan alleen ontstaan in een context van letterlijke interpretatie van heilige teksten, slaafs navolgen van regels, een doodscultus, wraakzucht en de wil om het ware geloof gewapenderhand te verbreiden. Het individuele leven telt daarbij niet, maar is ondergeschikt aan de verspreiding van het ware geloof en aan het leven na de dood. Juist deze factoren vormen het kruit van religieus terrorisme.

Terrorisme is dus niet automatisch de collateral damage van de monotheïstische godsdienst.
top