|
|
|
|
|
|
|
|
| www.trouw.nl - zaterdag 20 maart 2010 |
|
Geen Duits geld voor kampmusea Alleen aandacht voor Auschwitz 
Concentratiekamp Auschwitz. © ANP De Duitse regering betaalt niet mee aan het onderhoud van de Duitse vernietigingskampen in Oost-Polen of het tot museum maken van die locaties. Een van de kampen, Sobibór, wordt de komende jaren opnieuw ingericht met geld uit Polen, Israël, Nederland en Slowakije. De kampen Treblinka, Sobibór en Belzec werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse staat in het bezette Polen gebouwd. Hier werden meer joden vermoord dan in Auschwitz. Na de oorlog kwam de inrichting van musea en het onderhoud voor rekening van Polen, dat tijdens de oorlog circa 20 procent van zijn bevolking verloor. De musea hebben nauwelijks geld om de bestaande objecten te onderhouden. In Treblinka, een kamp waar tussen de 800.000 en 900.000 joden werden vermoord, is de enige steun uit Duitsland afkomstig van privépersonen. „Een Duitse hoogleraar zamelde wat geld in. Daar konden we een grasmaaier van kopen”, aldus een medewerker. Dat de website van het museum niet alleen een Poolse versie kent, is te danken aan Duitse vrijwilligers. „We zouden graag meer aan educatie voor jongeren doen, maar we hebben gewoon geen geld.” In Sobibór is de situatie nog moeilijker, omdat het museum slechts de status van streekmuseum heeft. „Dit is een Duitse erfenis”, zegt directeur Marek Bem. „Wat hier is gebeurd, is gebeurd in naam van de Duitse staat. Duitsland zou zorg moeten dragen voor deze plek.” De kosten van de modernisering van het museum waaraan Nederland bijdraagt, zijn nog niet bekend, maar zullen zeker enkele miljoenen euro’s bedragen. In Belzec werd in 2004 een volledig nieuw monument-museum ingericht voor 4 miljoen dollar. De helft van het geld was afkomstig van de Poolse staat, de rest van Amerikaanse joden. „Het waren de families van de slachtoffers in Amerika die het geld bijeenbrachten”, zegt toenmalig directeur Robert Kuwalek. De enige uitzondering vormt Auschwitz, dat wel op ruime steun van de Duitse regering kan rekenen. © Trouw 2010  |