Nederlands Hebrew English
Home
Documenten
Bestellen
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen

Trouw
www.trouw.nl - dinsdag 9 maart 2010
Nederland | George Marlet

Bernhard manipuleerde de werkelijkheid in zijn voordeel


Bernhard in 1925© Foto uit boek Van der Zijl
Om de door hemzelf geschapen mythe niet te schaden, zette prins Bernhard de waarheid over zijn jeugd en familie naar zijn hand.

De lijst met de door prins Bernhard zelf in omloop gebrachte halve waarheden en hele leugens over zijn jonge jaren in Duitsland is lang, maar waarschijnlijk niet compleet. Hij zou op school gepest zijn omdat hij klein was en de prinsentitel droeg. Hij en zijn ouders zouden fel gekant zijn geweest tegen de nationaal-socialistische beweging. En zijn moeder heette vermogend te zijn toen Bernhard in 1936 kroonprinses Juliana leerde kennen.

Na vijf jaar onderzoek kan historica Annejet van der Zijl deze en vele andere beweringen van prins Bernhard (1911-2004) gedocumenteerd weerleggen. Het beeld dat uit haar boek ’Bernhard. Een verborgen geschiedenis’ oprijst, is dat van een man die zijn eigen geschiedenis liet herschrijven als dat voor zijn imago beter uitkwam.

Vanaf een rooskleurig boek over de familie Zur Lippe uit 1936 en de geautoriseerde biografieën die Bernhard in 1951 en 1962 liet schrijven, loopt een rechte lijn naar de geruchtmakende interviews die hij kort na zijn overlijden in december 2004 door de Volkskrant liet publiceren. „Ik zie in prins Bernhard niet de schelm met de ondeugende blik in zijn ogen, maar een bange oude man met de waarheid op zijn hielen”, zei Van der Zijl gisteren bij de presentatie van haar boek in de oranjerie van Paleis Soestdijk.

Bernhard was er een meester in om ’delen van de waarheid behendig te verbuigen en herschikken tot een nieuwe versie, die hem niet alleen in een politiek meer wenselijk maar ook veel stoerder daglicht plaatste’. In september 1934 crashte Bernhard met een sportvliegtuigje, zogenaamd als piloot. In werkelijkheid zat hij achterin als waarnemer. Bij het befaamde auto-ongeluk in november 1937 bij Muiden vielen Bernhards verwondingen mee, maar biograaf Alden Hatch dikte die flink aan. Dit ongeluk ging volgens Van der Zijl ’het fundament vormen van de Bernhard-mythologie die hem een aan doodsverachting grenzende moed en een soort goddelijke onkwetsbaarheid toedichtte’.


Prins Bernhard in 1937.
Over zijn familie en zijn jeugd in het oosten van Duitsland kon prins Bernhard ongestraft fabuleren, omdat de archieven na 1949 achter het IJzeren Gordijn verdwenen. Annejet van der Zijl heeft de afgelopen jaren in Duitsland nieuw bewijsmateriaal kunnen verzamelen. De opvallendste vondst is Bernhards lidmaatschapskaart van de Deutsche Studentenschaft, waarop staat dat hij sinds 27 april 1933 lid is geweest van de nazipartij NSDAP. Bernhard heeft dat tot zijn dood ontkend. Van der Zijl: „Misschien vóelde Bernhard zich later oprecht geen gewezen nazi, feitelijk was hij het natuurlijk wel.”

De vermeende rijkdom van zijn moeder Armgard ten tijde van de kennismaking met prinses Juliana in 1936 blijkt ook een verzinsel. ’De hele familie wist: Tante Armgard hatte überhaupt kein Geld’, tekende Van der Zijl op uit de mond van een familielid. Heel af en toe durfde een vriend Bernhard te waarschuwen voor een mogelijke misstap. Bernhards reactie was dan typerend: ’Oh, ik rol er wel door. Op het juiste moment even flikflooien – dat is alles wat ik zal hebben te doen. En dan rol ik er wéér doorheen.’

© Trouw 2010

’Slagveldtoerist en geldwolf’
Historica Annejet van der Zijl zegt geen moreel oordeel over prins Bernhard te willen vellen, maar is wel ’echt verontwaardigd’ over het na de Tweede Wereldoorlog binnenhalen van geld dat voor Duitse oorlogsslachtoffers was bedoeld. In totaal wist Bernhard voor zichzelf en voor zijn moeder (die de oorlog betrekkelijk goed was doorgekomen) schadevergoedingen van bijna 1,2 miljoen D-Mark los te peuteren. „Dat stuit me tegen de borst”, zegt Van der Zijl die Bernhard op het gebied van geld ’onverzadigbaar’ noemt.

Op het heldendom dat Bernhard (’De laatste echte feodaal van Europa’) tijdens de oorlog verwierf, valt veel af te dingen. Van der Zijl schaart Bernhard bij de ’slagveldtoeristen’. Militair gezien heeft hij nauwelijks iets gepresteerd, maar hij wist zich door slimme public relations wel het imago van oorlogsheld aan te meten. Van der Zijl: „Die mythologie heeft zo lang stand gehouden omdat wij dat wilden. We hadden een sprookjesprins nodig.”
top