Nederlands Hebrew English wezen.org
Home
Documenten
Bestel nu
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen
Over ons
Nieuws
Ter nagedachtenis
Contact
Links
Video

Trouw
www.trouw.nl - Maandag 20 december 2010

Mag elke genocide een Holocaust heten?
Buitenland


Een overlevende van de holocaust woont
een herdenkingsbijeenkomst bij in het
Yad Vashem. © EPA
Vijfenzestig jaar na het einde van de Holocaust begint het Israëlische herdenkingscentrum Yad Vashem een nieuw intensief studieprogramma voor Arabisch-Israëlische en Druzische leerkrachten, zodat ze in detail over de Jodenvervolging kunnen onderrichten.

Over de Holocaust wordt op alle Israëlische scholen onderwezen, maar volgens een opiniepeiling van de universiteit van Haifa uit 2009 ontkent veertig procent van de Arabische Israëliërs het bestaan van de Shoah of vergelijkt die met het eigen leed van de Nakba, de Palestijnse ramp van 1948. Bij de oprichting van Israël werden minstens 700.000 Arabische inwoners het land uitgezet of sloegen op de vlucht. Er vielen naar schatting tien- tot vijftienduizend doden. De Nakba wordt in het Joods-Israëlische onderwijssysteem niet behandeld.

Volgens opiniepeiler Sammie Smoecha is de Holocaustontkenning een weerspiegeling van de onvrede van de Arabische Israëliërs met het huidige overheidsbeleid – en dat is precies waar Yad Vashem zich tegen verzet. „De Holocaust is een zeer zorgwekkend historisch gegeven”, zegt Estee Yaari, woordvoerster van Yad Vashem. „De stelselmatige vernietiging van zes miljoen Joden is door geen enkele andere genocide geëvenaard. Dat mag niet ontkend of vergeten worden.”

Het verschil in interpretatie van de Holocaust werd deze week in Haifa besproken op een conferentie van de ’Internationale Taskforce voor Holocaustonderwijs (ITF)’. Deze organisatie wil het Holocaustonderwijs in de hele wereld bevorderen. Momenteel zijn 27 landen lid, waaronder Israël, Nederland, Duitsland, België en Engeland. Turkije is waarnemer.

Israël, dit jaar voorzitter van de ITF, ziet de Holocaust specifiek als de massamoord op de Joden, terwijl andere landen het eerder zien als een voorbeeld van genocide die zich op verschillende momenten tegen verschillende minderheden kan keren. Dit komt volgens de Israëlische coördinator van de Taskforce, Jacob Rosen, omdat ieder land zijn eigen problematiek en zwarte geschiedenis heeft. Bovendien is de term Holocaust onvoldoende gedefinieerd. „Als een Frans politicus een Marokkaanse wijk in Parijs vergelijkt met het getto van Warschau, is dat Holocaustontkenning? En wanneer spreek je van antisemitisme?”

Generalisatie van de Holocaust, als algemene term voor volkerenmoord, vindt Rosen gevaarlijk. „De herinnering aan de Jodenvervolging mag niet vervagen.”

Nederland, in 2011 voorzitter van de ITF, plaatst de Holocausteducatie in een ruimer kader. „De Shoah maakt deel uit van de Tweede Wereldoorlog. We behandelen ook de strijd in Nederlands-Indië, de Jappenkampen, de rol van Suriname en de Antillen. Daarnaast verbinden we de oorlog met de actualiteit”, zegt Marcel Floor, namens het ministerie van VWS hoofd van de Nederlandse delegatie.

Dat lijkt volgens Wichert ten Have, directeur Oorlog, Holocaust- en Genocidestudies, gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam, vruchten af te werpen. Volgens een onderzoek van de Anne Frank Stichting uit 2010 is het antisemitisme in Nederland niet toegenomen. Ten Have noemt de Holocaust ’extreem’, maar die kwam volgens hem wel voort uit de menselijke aard, die zich altijd tegen minderheden kan keren.

© Trouw 2010.
top