Nederlands Hebrew English
Home
Documenten
Bestel nu
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen
Over ons
Nieuws
Ter nagedachtenis
Contact
Links
Video

Trouw
www.trouw.nl - zondag 25 april 2010

De "wezenkwestie"

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is door Duitsers voor op zijn minst 13,6 miljard euro in hedendaagse waarde van de Nederlandse Joden gestolen. Na de oorlog had de regering zich als taak gesteld de geroofde eigendommen aan de oorspronkelijke eigenaren terug te geven. Dit naoorlogse Rechtsherstel is vanaf 1990 onderwerp geweest van omvangrijk onderzoek. Econoom Philip Staal – een van de ondertekenaars van de overeenkomst met de banken, de Amsterdamse beurs en de Joodse organisaties, waarin medio 2000 de teruggave van totaal 350 miljoen euro aan Joodse oorlogstegoeden werd geregeld – kwam in die periode tot het besef dat er door niemand ooit was gekeken naar het vermogensbeheer van de ruim 1300 minderjarige Joodse oorlogswezen. Philip Staal, zelf een oorlogswees, besloot te onderzoeken wat er met de nalatenschappen van hun ouders is gebeurd.

De "wezenkwestie" van het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers

Joods Maatschappelijk Werk lijkt bereid om een 'Fonds Joodse Oorlogswezen' op te richten, zo lees ik op de website van VBV. Uit het fonds zou een aantal zaken kunnen worden gefinancierd zoals:

  • Sociaal-culturele activiteiten voor Joodse oorlogswezen.
  • Eenmalige financiële bijdragen voor deze joodse oorlogswezen.
  • Cultuurhistorische projecten.


  • Wezenkwestie? Wat bedoelt VBV hiermee?
    De jongste WO-II oorlogswees is vijfenzestig jaar. Voordat deze projecten van start gaan zijn er nog maar enkele wezen in leven.
    Vanaf 1999 tot 2004 heeft de Nederlands-Joodse gemeenschap voor besteding aan collectieve doelen een totaal bedrag van ruim € 80 miljoen ter beschikking gekregen, de zogenaamde Maror-gelden.
    Wat is de reden een nieuw fonds 'Fonds Joodse Oorlogswezen' op te richten?

    Ruim tien jaar vecht ik met andere oorlogswezen om een wetenschappelijk onderzoek naar het vermogensbeheer van de oorlogswezen te initiëren.
    Joods Maatschappelijk Werk (JMW), samen met de nabestaande van de voormalige Regenten van de Joodse Voogdijinstellingen, sparen moeite nog kosten hun "waarheid" te bewijzen. De wetenschappelijke waarheid moet, by hook or by crook, onder de pet blijven.
    Tot nu toe komen mijn ervaringen (en mijn voorspelling) aardig overeen met die welke worden beschreven in het 'Liedje' geschreven door Judith Herzberg:

    Het duurt altijd langer dan je denkt,
    ook als je denkt
    het zal wel langer duren dan ik denk
    dan duurt het toch nog langer
    dan je denkt.

    Het is altijd veel duurder dan je denkt,
    ook als je denkt
    het zal wel duurder worden dan ik denk
    dan wordt het toch nog duurder
    dan je denkt.

    Het conflict tussen de oorlogswezen en JMW gaat over feiten en waarheidsvinding, emoties moeten daar buiten gehouden worden.
    • In 2004, door middel van een juridische fusie, ontfermt het Samenwerkingsverband JMW zich over het miljoenenkapitaal van de Joodse voogdijinstellingen.
    • JMW heeft zich in de rechtszaak, aangespannen door de gebroeders Staal om de fusie tegen te houden, beroepen op verjaring.
    • Wie kennis neemt van Roestvrijstaal (ISBN 978 90 5972 271 2 www.wezen.org) kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de Joodse oorlogswezen door Joodse voogdijinstellingen zijn beroofd van delen van hun vermogen.
    • Joods Maatschappelijk Werk heeft justitie bewust valselijk voorgelicht om deze onverkwikkelijke feiten in nevelen te hullen.
    Als het om mijn bevindingen gaat, is Herzbergs liedje gemakkelijk uit te breiden, zoals:
    Het is erger dan je denkt,
    ook als je denkt
    het zal wel erger zijn dan ik denk
    dan is het toch nog erger
    dan je denkt

    JMW (de juridische opvolger van de Joodse voogdijinstellingen) moet gewoon zijn oprechte excuses aanbieden voor het leed wat de oorlogswezen is aangedaan.
    Het maakt voor de WO-II oorlogswezen toch geen verschil of een notaris, advocaat, makelaar en/of de Joodse voogdijinstelling zich een gedeelte van hun vermogen heeft toegeëigend. De Joodse voogdijinstellingen waren immers de beheerders van hun vermogen.

    Een nieuw fonds beheerd door de nieuwe generatie Regenten geeft geen oplossing van het conflict.

    © Philip Staal
    top