NederlandsHebrewEnglish
Documenten
Bestellen
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen

Trouw
www.trouw.nl - woensdag 25 november 2009
tv rubriek | Joost van Velzen

De oorlog


De Tweede Wereldoorlog is nooit ver weg. Wat wil je; voor wie het niet heeft meegemaakt blijven die vijf zwarte jaren eenvoudigweg niet te geloven. Voor wie het wel heeft meegemaakt waarschijnlijk eveneens niet.

De NPS-series ’De oorlog’ en de daaraan gekoppelde jeugdversie ’13 in de Oorlog’ tonen de huidige generatie nog eens hoe ingrijpend de gebeurtenis voor Europa en Nederland was.

Men kan natuurlijk stellen: daar is zo’n tv-serie niet voor nodig, dat weten we zo ook wel. Had Loe de Jong tussen 1960 en 1965 zijn werk niet al ruimschoots gedaan met zijn reeks ’De Bezetting’? Heeft Geert Mak onlangs niet ook ruimschoots aandacht besteed aan ’40-45’ in het project ’In Europa’? Zal best. Maar wie naar ’De oorlog’ kijkt, zit er ineens haast weer middenin.


Presentator Rob Trip bij een stuk textiel
met jodensterren.
De meerwaarde ten opzichte van ’De Bezetting’ zit hem ten eerste in de vorm. Wij zijn thuis te jong voor Loe, maar het schijnt dat hij de grootscheepse serie gortdroog vanuit een studio presenteerde. Daar nemen we tegenwoordig geen genoegen meer mee. Het analytisch vermogen en de door De Jong gebrachte feiten worden bovendien nogal eens in twijfel getrokken. Tot slot zet het voortschrijden van de tijd de geschiedenis steeds in een ander daglicht. Daardoor kun je en moet je de historie ook steeds opnieuw uitleggen. Geschiedenis kan niet los worden gezien van het heden, zei mijn vakdocent vroeger altijd en ik geloof dat hij daar gelijk in had.

De 9-delige serie ’De oorlog’ is gebaseerd op het gelijknamige, onlangs verschenen boek van Ad van Liempt, die ook de eindredactie doet. De historische adviezen werden gegeven door prof. dr. Hans Blom, voormalig directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.

Aanstaand Acht Uur Journaal-lezer Rob Trip (hij begint op 1 januari) presenteert de reeks, waarin veel nieuw beeldmateriaal is verwerkt.

Net als Geert Mak en vermoedelijk ook net als Loe de Jong, is Trip geen groot voordrachtskunstenaar, maar dat hoeft ook niet. Het onderwerp verlangt soberheid en de indrukwekkende beelden, feiten en lokatiewisselingen doen de rest.

Zondag waren we alweer toe aan aflevering 5, die inging op de vraag hoe de Joden uit Nederland ’verdwenen’. Hoe de nazi’s te werk gingen en hoe Nederlandse instanties daar zonder weerstand van betekenis in meegingen.

De samensmelting van beelden en reconstruerende verhalen kwamen daarbij zo treffend over, dat wij thuis tóch weer achterbleven met die bekende machteloze gedachte: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe konden mensen zo zijn?

Maar er kwamen ook nieuwe vragen op, bijvoorbeeld: waren mensen direct na de oorlog ineens niét meer zo?

Dat is een ongemakkelijk compliment aan de makers.

© Trouw 2009.

transcript
Jules Schelvis (overlevende): „De enige gedachte was: wanneer zijn wij aan de beurt? Nou, dat heeft nog een jaar geduurd ongeveer.”

Rob Trip: „De SS sluit joden die in Amsterdam van huis zijn gehaald eerst op in een schouwburg, aan de rand van de Jodenbuurt. Waar nu een binnenplaats is, stond ooit een theaterzaal. Een jonge vrouw uit Amsterdam, Klaartje de Zwarte, beschrijft in haar onlangs teruggevonden dagboek nauwkeurig wat ze hier ziet, nadat ook zij is opgepakt om te gaan werken in Polen.”

Klaartje de Zwarte - Walvisch: „Van Jonge mensen kon ik me voorstellen dat ze konden werken. Maar wat ik hier binnen zag komen... Ouwe, kreupele en blinde mensen; de een nog hulpbehoevender dan de ander. Waren dit tewerk gestelden? Een vrouw maakte haar man een verwijt dat ze naar de schouwburg waren gegaan, terwijl thuis hun kinderen alleen lagen. En hoe de man ook zijn best deed de vrouw te overtuigen dat de politie ze had gehaald en hij hier geen schuld aan had, het gaf alles niets. Als vee werden de oudjes weer ingeladen en naar de Panamakade gebracht, vanwaar ze om 8 uur doorgestuurd zouden worden naar Westerbork en vandaar naar Polen.”
top