AMSTERDAM - De Amsterdamse advocaat Herman Loonstein wil een schadeclaim van 'ten minste honderd miljoen euro' indienen tegen de gemeente Amsterdam. Volgens Loonstein heeft de gemeente zich slapende tegoeden van Joodse oorlogsslachtoffers toegeëigend.
Loonstein heeft de gemeente de afgelopen jaren als voorzitter van Joods Federatief Nederland herhaaldelijk opheldering gevraagd wat er is gebeurd met de rekeningen die Joodse Amsterdammers in de oorlog hadden uitstaan bij de Gemeentegiro. Voormalig wethouder van Financiën Harry Groen liet in 2000 nog weten dat die tegoeden waren overgeheveld naar de Postgiro - de latere Postbank, nu ING - waarmee de Gemeentegiro in 1978 is gefuseerd. ING ontkent dit echter.
In een brief aan Loonstein geeft burgemeester Job Cohen nu toe dat hij niet weet wat er met de tegoeden is gebeurd. Volgens Cohen staat het 'buiten kijf dat de gemeente Amsterdam foute maatregelen en verordeningentegen het Joodse deel van de bevolking heeft uitgevoerd'.
Uiteindelijk heeft het rechtsherstel 'in verreweg de meeste gevallen' plaatsgevonden. Zo heeft de regering besloten 400 miljoen gulden ter beschikking te stellen als erkenning achteraf van de geconstateerde tekortkomingen. 'Aan mogelijke tekortkomingen van de gemeente Amsterdam in de bejegening van de teruggekeerde Joodse slachtoffers (...) wordt tegemoetgekomen door dat gebaar.'
Loonstein neemt met dat antwoord geen genoegen. "Dit is, om het maar netjes te zeggen, hoogst onbevredigend. Terwijl de gemeenten jaren over de zaak heeft kunnen nadenken, draait de burgemeester nu om de hete brij heen."
© Parool 2009.