AMSTERDAM - Federatief Joods Nederland (FJN) wil dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar wat er is gebeurd met de Joodse oorlogstegoeden van de Gemeentegiro.
De Joodse belangenorganisatie heeft de gemeentelijke ombudsman benaderd.
De Gemeentegiro fuseerde in 1979 met de Postgiro, de latere Postbank. Tot op de dag van vandaag is onduidelijk wat er met de Joodse tegoeden is gebeurd. Amsterdam telde voor de oorlog tachtigduizend Joden. Naar schatting zeker een kwart hield een rekening aan bij de gemeentegiro. Veel Joodse rekeninghouders hebben de oorlog niet overleefd. ''Er moet dus van worden uitgegaan dat ook bij de Gemeentegiro na de oorlog vele duizenden 'slapende rekeningen' waren,'' aldus voorzitter Herman Loonstein FJN.
Niet uitgesloten wordt dat het geld nu eigendom is van ING, waarin de Postbank is opgegaan. Mogelijk heeft de Postgiro zich het geld aan het eind van de jaren zeventig toegeëigend. 'Slapende tegoeden', oftewel rekeningen waarop twee jaar geen mutaties plaatsvonden, werden na dertig jaar formeel eigendom van de bank.
In 1997 stelde de regering een commissie samen om uit te zoeken wat er met alle financiële tegoeden van oorlogsslachtoffers was gebeurd. De Gemeentegiro werd echter niet onderzocht, omdat het archief 'in ongeordende staat, zonder inventaris of andere bruikbare toegang' verkeerde.
De Postbank deelde de commissie in 1998 mee dat de archieven van de Gemeentegiro waren overgedragen aan het Gemeentearchief, maar dat werd twee jaar later ontkend door de toenmalige wethouder van Financiën Harry Groen. In antwoord op vragen uit de gemeenteraad liet Groen toen weten dat alle slapende rekeningen van de Gemeentegiro waren overgedragen aan de Postgiro. Dat kon makkelijk, omdat alle rekeningen bij de Gemeentegiro op naam stonden. Volgens Groen heeft de Gemeentegiro de tegoeden altijd laten staan tot het moment van overdracht aan de Postgiro.
De gemeente heeft zich tot dusver nooit uitgebreid in de kwestie willen verdiepen. FJN vroeg het gemeentebestuur de afgelopen jaren herhaaldelijk tevergeefs om opheldering: 'Wij menen dat anno 2009 de vraag wat er gebeurd is met de tegoeden van de Joodse Amsterdammers die niet zijn teruggekomen, eindelijk onafhankelijk beantwoord behoort te worden,' schrijft Loonstein in een brief aan de gemeentelijke ombudsman.
© Parool 2009.