AMSTERDAM - Nederlandse Makelaars zijn in de Tweede Wereldoorlog steenrijk geworden door de verkoop van Joodse panden. Vaak werden die betaald met geld dat was verdiend met klussen voor de Duitsers. Dat werd op die manier witgewassen. Omgerekend zou het om 750 miljoen euro gaan. Van de twintigduizend geroofde panden zijn er ruim negenduizend door Nederlandse vastgoedhandelaren verkocht.
Dat meldt het Historisch Nieuwsblad. Auteur Eric Slot heeft in het Nationale Archief onderzoek gedaan naar de zogeheten Verkaufsbücher van de Grundstückverwaltung, waarin de Duitsers de huizenverkoopgegevens lieten noteren.
Loe de Jong, historicus en auteur van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, schreef dat Nederlanders en hun banken dergelijke zaken niet deden. ‘De Jong had het mis’, noteert Slot, die de gangen van een aantal Amsterdamse makelaars volgde.
Slot schrijft dat Joodse eigenaren van geroofd onroerend goed alsnog moeten worden terugbetaald. Het onderzoek van de commissie-Van Kemenade, dat leidde tot het uitbetalen van 400 miljoen gulden (180 miljoen euro), was volgens Slot niet toereikend.
Via de informatie uit de Verkaufsbücher is te achterhalen welke eigenaren nooit zijn terugbetaald. De waarde van die panden is bekend bij het kadaster. Slot: ‘Daar zal een bedrag uitrollen, dat met de grootst mogelijke betrouwbaarheid uitdrukt wat de Joodse gemeenschap nog van Nederland tegoed heeft.’
Wouter Veraart, die onderzoek deed naar ‘ontrechting’ en rechtsherstel, zegt dat voor die conclusie ‘iets meer onderzoek nodig’ is.
