Nieuwsbrief Artikelen Prikbord Help ons Petitie
www.trouw.nl - vrijdag 15 juni 2007
![]()
Kurt Waldheim in Wenen in 1972, het jaar waarin hij
aantrad als secretaris-generaal van de Verenigde
Naties. | © AFP
Naziverleden bleef Kurt Waldheim achtervolgen
In memoriam (1918 – 2007)
Van onze redactie buitenland.Het omstreden oorlogsverleden van de Oostenrijkse oud-president Kurt Waldheim is hem blijven achtervolgen tot zijn dood. Hij overleed gisteren op 88-jarige leeftijd. Waldheim overleed thuis in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen aan de gevolgen van hartfalen. Hij was enkele weken eerder met een infectie opgenomen in een ziekenhuis.
De politicus en topdiplomaat Kurt Waldheim vervulde tussen 1972 en 1981 de belangrijke post van secretaris-generaal van de Verenigde Naties, maar zijn naam zal toch het meest verbonden blijven met de ’Waldheim-affaire’. Het schandaal rond zijn naziverleden overschaduwde zijn carrière en schaadde de reputatie van Oostenrijk, in de tijd dat Waldheim president was.
![]()
Het schandaal kwam aan de oppervlakte tijdens zijn campagne voor de presidentsverkiezingen in 1986. Het blad Profil publiceerde een artikel waaruit bleek dat Waldheim, de oorlogsjaren op een andere manier had doorgebracht dan hij in zijn biografie had beschreven. Daarin meldde Waldheim dat hij in 1941 gewond was geraakt aan het Oostfront en was teruggekeerd naar Oostenrijk.Dat bleek een leugen. In werkelijkheid was Waldheim verbindingsofficier bij een Duitse eenheid in Joegoslavië en Griekenland, waar executies van partizanen en deportaties van Griekse joden plaatsvonden. De onthullingen schaadden zijn verkiezingscampagne echter niet, omdat veel Oostenrijkers niet geloofden in Waldheim betrokkenheid bij de misdaden. Hij werd gewoon president.
Een door Wenen ingestelde internationale commissie stelde in 1988 dat er geen bewijs was voor Waldheims betrokkenheid bij oorlogsmisdaden. Hij zou wel ’in directe nabijheid van criminele daden’ zijn geweest. Later gaf de commissie toe dat een passage over ’morele schuld’ was geschrapt omdat zo’n oordeel buiten het mandaat zou vallen.
Na zijn verkiezing tot president raakte Waldheim in een internationaal diplomatiek en politiek isolement. Waldheims uitlatingen, zoals ’ik kan me aan niets herinneren’, of ’ik deed slechts mijn plicht’ goten alleen nog meer olie op het vuur. De Verenigde Staten plaatsten hem op een lijst van mensen die de VS niet in mochten. In navolging daarvan meden de meeste buitenlandse leiders hem. Alleen in Vaticaanstad en een aantal dictaturen in het Midden-Oosten was hij welkom. In 1990 maakte hij excuses aan het Israëlische volk voor zijn misleidende uitspraken in het verleden over zijn optreden als officier in het Duitse leger.
Na zijn moeizaam verlopen ambtstermijn zag Waldheim in 1991 af van een herverkiezing. Zijn omstreden presidentschap stond in schril contrast met zijn functie als topman van de Verenigde Naties, die algemeen als succesvol wordt beschouwd. Daarvoor bekleedde hij belangrijke posten als ambassadeur in Canada, en was hij minister van buitenlandse zaken van 1968 tot 1970.
Toen Waldheim op zijn tachtigste verjaardag terugblikte op de affaire rond zijn persoon, zei hij dat hij destijds zwaar was getroffen door de verwijten. „Maar nu ben ik er uiterst gelaten om. Ik heb vergeven.” Waldheim betreurde het echter dat zijn critici zich nog steeds niet met hem hadden verzoend.
Copyright: Trouw
Lezersreacties Geef uw reactie