Nieuwsbrief
Artikelen
Prikbord
Help ons
Petitie


Volkskrant
www.volkskrant.nl - vrijdag 21 april 2006

Peiling Geschiedvervalsing?

Van onze verslaggever Bart Jungmann

Nederland wist volgens Ies Vuijsje al in een vroeg stadium van de Endlösung. Maakte Loe de Jong zich schuldig aan geschiedvervalsing?

Michel Krebs, slachtoffer: ‘Mijn vader had zijn overall al ingepakt, die was ervan overtuigd dat hij in een werkkamp zou belanden. Hij had nog speciaal zijn EHBO-diploma gehaald, want dat zou vast van pas komen. Wij hadden in 1942 geen flauw idee van de Endlösung en dat gold voor iedereen trouwens. We zaten in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, in afwachting van deportatie, maar mijn moeder heeft ons op het laatste moment eruit gekregen. En die overall hebben we een paar jaar na de oorlog verkocht, aan een heel vervelende bedelaar.’

Johannes Houwink ten Cate, hoogleraar holocaust: ‘Feitelijke kennis had niemand, kon niemand hebben, ondanks alle berichten. Ook oud-hoogleraar geschiedenis Schöffer spreekt in deze als tijdgenoot, niet als wetenschapper. In joodse kring werd onophoudelijk gespeculeerd. ’s Morgens wilde men nog onderduiken, ’s middags vond men dat te gevaarlijk en werd toch voor deportatie gekozen. Vuijsje probeert het verdringingsmechanisme buiten de discussie te houden, dat kan niet.’

Maarten Asscher, directeur boekhandel: ‘Ik heb het manuscript gelezen en ben onder de indruk van de gedegen werkwijze van Vuijsje. De vele feiten versterken elkaar en maken het heel aannemelijk dat men al in een vroeg stadium op de hoogte was van de genocide in de Duitse kampen.’

Chris van der Heijden, historicus: ‘Het menselijk verstand is een fascinerend fenomeen en tot veel in staat, zoals bijvoorbeeld het uitbannen van ongewenste kennis. Als je al dat onmogelijke onderscheid wilt maken tussen weten en niet-weten, kan ik me nog niet voorstellen dat de joodse genocide in 1942 al in brede kring bekend was. Het heeft tot diep in 1943 geduurd voordat de eerste berichten uit de kampen doordrongen.’

Houwink ten Cate: ‘De media werden in de oorlogsjaren ten diepste gewantrouwd, veel meer dan nu. Ook de Britse radio werd niet geloofd. Berichten over de razzia’s werden pas geloofd als men ze met eigen ogen had gezien.’

David Barnouw, Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie: ‘Op ons instituut zijn oorlogsdagboeken van Amsterdammers bestudeerd. De een wist meer dan de ander, zelfs binnen zo’n relatief kleine gemeenschap waren de verschillen groot. Daarom is dit een enorm lastige materie.’

Van der Heijden: ‘Niemand kan mij ervan verdenken Loe de Jong de hemel in te prijzen, ik heb hem bepaald niet gespaard in mijn boek Grijs Verleden. Maar hier moet ik het toch voor hem opnemen. De berichten in de pers waren ook niet zo eenduidig als Vuijsje beweert. In de illegale pers was een flinke discussie over wat geloofd moest worden over de Endlösung’.

Ad van Liempt, journalist: ‘Ik heb die pagina’s uit het Koninkrijk der Nederlanden herlezen, waarin De Jong rekenschap aflegt over het weten en niet-weten van de jodenvervolging. Daarin spaart hij zichzelf bepaald niet, echt een bijzonder genuanceerd verhaal.’

Barnouw: ‘In een voorbeeld in de krant suggereert Vuijsje dat De Jong bepaalde dingen welbewust heeft verzwegen. Maar over dat specifieke geval schrijft hij een paar pagina’s verderop veel meer en daarover heeft Vuijsje het niet.

Houwink ten Cate: ‘Ik wil niet de vakman zijn die een amateur de les leest. Dat zou niet juist zijn omdat in onze beroepsgroep het gevaar van oogkleppen levensgroot is. Hoezeer zijn opvatting mij een stap te ver is, juich ik alle belangstelling ervoor toe. Uiteindelijk gaat het over ons, over nu, over de reikwijdte van politiek. Elke bijdrage aan die discussie is welkom.’

Asscher: ‘Ik begrijp de gereserveerde reactie van de gevestigde orde. Er wordt aan heel wat opvattingen getornd. Maar het materiaal van Vuijsje verdient het grondig gelezen en bediscussieerd te worden.’

Copyright: de Volkskrant

Lezersreacties
Geef uw reactie

top