Het Joods Maatschappelijk Werk vindt dat twee joodse
weeskinderen te laat zijn met een claim. Onlangs plaatste het gerechtshof in Den
Haag kanttekeningen bij verjaring in oorlogskwesties.
De acht diamanten van Jonas Cohen
Waar zijn de acht diamanten die goudsmit Jonas Cohen in 1944
aan de Nederlandse consul in Zwitserland gaf? De familie Cohen heeft ze niet,
maar in de kluis van minister Remkes liggen ze evenmin. Het gezin Cohen keerde
in 1949 terug naar Nederland. Minister van binnenlandse zaken J.H. van
Maarsseveen schreef Cohen in 1951 dat hij de diamanten terug zou krijgen na
vergoeden van de kosten voor het verblijf in een opvangcentrum voor Nederlandse
vluchtelingen in Zwitserland. Cohen betaalde de 1859,50 gulden, maar heeft
volgens zijn nabestaanden de diamanten nooit teruggezien. De steentjes waren in
1944 ongeveer 25000 Zwitserse frank waard, inmiddels worden ze geschat op 200000
euro. De staat houdt vol dat de diamanten al in de jaren vijftig zijn afgehaald
door de familie. Maar de familie was in 1952 naar Australië vertrokken en zegt
geen bericht te hebben gehad.
In 1957, een jaar na het overlijden van Jonas Cohen, keerden
moeder en zoon naar Nederland terug. Maar het 'ellendedossier' -de map
correspondentie over de zaak- bleef voor beiden lang 'onaanraakbaar'. Pas enkele
jaren geleden, toen er ook in Nederland een discussie begon over de uitbetaling
van joodse tegoeden, durfden moeder en zoon de zaak op te pakken. Ze nemen het
de staat kwalijk dat, ondanks de bewering dat het naoorlogse rechtsherstel vaak
met te weinig begrip is uitgevoerd, er nu een beroep is gedaan op verjaring.
Een beroep op verjaring in rechtszaken uit de Tweede
Wereldoorlog moet door een wetswijziging worden uitgesloten, vindt de
Amsterdamse advocaat mr. Quintus Abeln. ,,Bij asbestziekten, die zich soms pas
na meer dan 25 jaar openbaren, kan de aangeklaagde partij zich nooit op
verjaring beroepen. Ik vraag mij af waarom een beroep op verjaring bij
vorderingen uit de periode van de Tweede Wereldoorlog niet bij wet zijn
uitgesloten.''
Abeln is de raadsman van de weduwe en de zoon van goudsmid
Jonas Cohen. Zij eisen acht diamanten terug die Cohen in 1944 onder dwang
afdroeg aan de Nederlandse staat. In de zaak, waarin de nabestaanden de
diamanten terugvroegen, beriep de landsadvocaat zich in 2003 op verjaring. De
claim was volgens de staat ruim 20 jaar te laat ingediend. De rechtbank
honoreerde dat beroep, volgens Abeln zonder noemenswaardige motivering. Het
gerechtshof plaatste onlangs in hoger beroep kanttekeningen bij die beslissing.
Ook het Joods Maatschappelijk Werk doet nu bij de rechter
beroep op verjaring van een claim van twee joodse weeskinderen. Het JMW vindt
dat hun eis onvoldoende grond heeft. De rechtszaak van de broers Philip en Marcel Staal uit Israël neemt
volgens de advocaten zoveel tijd in beslag en kost het JMW zoveel geld, dat 'in
dit specifieke geval beroep op verjaring geëigend is'.
Het verjaringsverweer is omstreden, zeker voor een joodse
organisatie als het JMW. In de naoorlogse jaren zijn van vele joden die de
Holocaust overleefden en hun bezittingen trachtten terug te vorderen, de claims
door rechters afgewezen, omdat hun zaak naar Nederlands recht was verjaard. Die
beslissingen zijn later als 'onredelijk en onbillijk' ervaren, maar nooit
teruggedraaid.
De broers Staal eisen 1,6 miljoen
euro van het JMW omdat joodse voogdijinstellingen het vermogen van hun in
Sobibor vermoorde ouders niet goed zouden hebben beheerd. Philip Staal verwoordde zijn gevoel over
de houding van het JMW bij het gerechtshof in Amsterdam: ,,Het gaat om morele
schulden, en die verjaren nooit. Ik vind het pijnlijk en onverteerbaar dat
uitgerekend een joodse instantie zich beroept op verjaring.''
Advocaat Abeln van de familie Cohen noemt het 'absoluut
beneden peil' dat de Haagse rechtbank in de zaak van zijn cliënten het
verjaringsberoep toewees. ,,Daarom heb ik mij in hoger beroep bij het hof in
mijn pleidooi beperkt tot dat verweer.''
Het Haagse hof liet vorige maand in een tussentijdse
beslissing in de zaak-Cohen merken dat het oordeel van de lagere rechter
mogelijk niet overeind blijft. Het hof heeft aangegeven dat de nabestaanden van
Jonas Cohen nog met extra bewijsstukken moeten komen en heeft beide partijen
gevraagd om aan te geven wat, naar huidige maatstaven, de waarde is van de acht
verdwenen diamanten. Abeln: ,,Daarmee geeft het hof naar mijn gevoel aan dat
verjaring niet opgaat in deze zaak.'' Zowel in de zaak van de broers Staal als in de zaak-Cohen zal de beslissing pas over enige tijd
volgen.
Copyright: Trouw