Het Centraal Joods Overleg (CJO) overlegt vandaag met het ministerie van financien over de joodse tegoeden. Dit weekeinde lekte een accountantsrapport uit dat het CJO heeft laten maken. Daaruit blijkt dat, volgens de accountants, bij de overheid tussen de 746,44 miljoen en 2,2 miljard gulden aan joodse tegoeden ligt. De commissie-Van Kemenade daarentegen zei dat geen nauwkeurige berekening mogelijk is, en pleitte ervoor de joodse gemeenschap zo'n 250 miljoen gulden te geven, omdat dat 'redelijk en billijk' zou zijn. Woordvoerder R. Naftaniel van het CJO.
Gaat u vandaag inderdaad minstens 746 miljoen eisen?
'Het gaat ons er om dat dat volgens ons het bedrag is dat bij de regering ligt. Dat moet eerst worden erkend. Als die erkenning er is, hebben we een gespreksbasis.'
Maar ook in uw rapport zijn bepaalde bedragen nog onzeker
'Dat is waar. De bedragen die er in staan, zijn voor het overgrote deel hard, maar bij sommige bedragen is nog ruimte om te discussieren. Over de successierechten die de overheid na de oorlog heeft geind, zijn bijvoorbeeld hele discussies gaande. Het is de vraag of de staat daar zo van heeft geprofiteerd.'
En wat betreft de effecten en de sociale verzekeringen hebben ook uw accountants geen schatting gedaan.
'Die sociale verzekeringen, dat is een heel gevoelig punt. Het is een barre schande hoe dat is gegaan. Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ontslagen, konden hun premie niet doorbetalen. Na de oorlog hadden ze daarom geen sociale rechten. Joodse oorlogswezen kregen daardoor vaak geen wezenuitkering. Regels zijn regels, geen premie, geen uitkering, inderdaad. Dat heeft een enorme impact op mensen gehad. Maar het is allemaal niet meer te berekenen.
Wat betreft die effecten denken wij dat de toenmalige Vereniging voor de effectenhandel de staat ertoe heeft aangezet maatregelen te treffen waardoor Joden geen schadevergoeding konden krijgen. We laten dit wat betreft de staat dus rusten, en gaan daarom met de Amsterdam Exchanges (de rechtsopvolger van de Vereniging - red.) praten.'
Gaat het uw achterban echt vooral om de erkenning ? Ik kan me voorstellen dat mensen die nu op leeftijd zijn, graag op hun oude dag van wat geld zouden willen genieten.
'Toch hecht een heel groot deel geen belang aan alleen maar een gebaar. Ze willen voor iedereen duidelijk hebben dat bij de regering joods vermogen ligt. En dat, als er wordt uitgekeerd, het niet gaat om geld van de huidige belastingbetalers, maar om geld dat al langer bij de staat ligt. Van joodse individuen. Sommige mensen in onze achterban vinden het praten over geld buitengewoon vervelend. Zij kruipen er het liefst voor weg. Maar wii zijn niet aan het soebatten, de Staat is aan het soebatten.'
Copyright: Trouw