Voorpagina
Joodse oorlogswezen
Waarom werden de dossiers vernietigd?
door Joop Bouma
Een journaliste en een historica deden vijf jaar onderzoek naar het rechtsherstel van joodse oorlogswezen. Maar het antwoord op de vraag waarom financiële stukken zijn vernietigd, blijft uit.
Een onderzoek dat een paar maanden, hooguit een halfjaar zou duren, groeide uit tot een project van vijf jaar. Gisteren verscheen 'Kind van de rekening', het boek waarin Elma Verhey, journaliste bij Vrij Nederland, verslag doet van haar zoektocht naar de besteding van het geld van joodse kinderen die in de oorlog hun ouders kwijtraakten.
Joodse voogdij-instellingen hebben hun vermogen beheerd. Het onderzoek toont aan dat er verkeerd is omgegaan met het geld van de kinderen; ze kregen vaak geen cent. Veel geld zou zijn gebruikt voor aankopen voor kibboetsen in Israël.
Actie Leo Cohen lijkt kwade opzet
Soms ook werd geld van de kinderen gebruikt voor de exploitatie van de voordij-instellingen die elkaar op leven en dood beconcurreerden. Maar bewijs van kwade opzet is er niet.
Wel is duidelijk dat het besluit om de vermogensdossiers van joodse wezen te vernietigen is genomen door één man, Leo Cohen, directeur van de gefuseerde joodse instellingen voor kinderbescherming. Midden jaren zeventig gooide hij, tegen de wens van zijn bestuur, complete dossiers weg en schoonde alle anderen van financiële stukken, blijkt uit Verhey's onderzoek. Dat lijkt op boze opzet.
Het Joods Maatschappelijk Werk, rechtsopvolger van de voordij-instellingen, wijst de suggestie van kwade wil resoluut van de hand. Het JMW publiceerde gisteren tegelijk met het boek een brochure van ruim dertig pagina's als weerwoord op het boek van Verhey. Wat Cohen deed, moet gezien worden 'als een regulier vernietigen van afgehandelde persoonsdossiers in een tijd dat het emotionele belang van deze dossiers niet gezien werd', schrijft JMW-directeur Hans Vuijsje in zijn uitvoerige reactie dat hij de titel 'Een goede naam' gaf.
Verhey heeft voor haar boek onzorgvuldig gebruikgemaakt van bronnen, aldus Vuijsje. De relatie tussen JMW en de journaliste is danig verstoord. Verhey noemde gisteren bij de presentatie in haar dankwoord JMW niet, Vuijsje was onder de genodigden. In haar boek bedankt ze hem wel. Vuijsje zorgde er voor dat ze toestemming kreeg 'alle mogelijk archieven te raadplegen van joodse organisaties'.
Verhey gisteren: ,,JMW noemt mijn boek een broddelwerkje, dat wemelt van de fouten; ik zou me te veel hebben geïdentificeerd met de oorlogswezen. Dat laatste beschouw ik als een compliment.''
Copyright: Trouw
|