Nederlands Hebrew English
Home
Documenten
Bestel nu
Artikelen
Prikbord
Nieuwsbrief
Verhalen
Over ons
Nieuws
Ter nagedachtenis
Contact
Links
Video

NIW
www.niw.nl - vrijdag 3 december 2010 | 26 kislew 5771

reacties (8)

JMW richt oorlogswezenfonds op
Door Esther Voet

Na een slepend proces van vijf jaar heeft JMW een fonds ingesteld ten behoeve van de groep Joodse oorlogswezen die onder voogdij van haar voorlopers stonden.
Een aantal Joodse voogdij-instellingen die ruim 200 Joodse oorlogswezen onder hun hoede hadden, werden een aantal jaar geleden ondergebracht bij Joods Maatschappelijk Werk. Als opvolger kreeg JMW kritiek op de manier waarop de gelden door die voormalige instellingen waren beheerd, zoals u destijds uitgebreid in het NIW heeft kunnen lezen. Besloten werd om onafhankelijk onderzoek te laten plaatsvinden door de gerenommeerde historicus J. Joor en accountant F. Hoek. Dat resulteerde in 2008 in het rapport Rekenschap. Daarin werd gesteld dat: ‘De zorg van de Gefusioneerde Joodse Instellingen voor Kinderbescherming voor de Joodse oorlogswezen en de behartiging van hun financiële belangen naar de mening van de onderzoekers naar behoren was geweest en zij zich in meerdere opzichten positief onderscheidden van het vigerend overheidsbeleid. Er zijn geen redenen gevonden om te twijfelen aan goede intenties, inzet en integriteit van bestuursleden en betrokken medewerkers van de Fusie. Wel kunnen bij sommige aspecten van het beleid vraagtekens worden geplaatst.’

Veel wezen waren het destijds niet eens met de conclusies in Rekenschap, het zou vooral geschort hebben aan een goede, onafhankelijke vraagstelling. Anderen accepteerden de uitkomst wel, maar ook binnen het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (VBV) en Stichting Israël Nederlands-Joodse Oorlogswezen (SINJOI) was niet iedereen het eens over de conclusies. Naast het onafhankelijke onderzoek besloot JMW ook een projectgroep in te stellen die individuele situaties onderzocht. Zeventien mensen besloten daarvan gebruik te maken en in totaal werden er veertien rapportages opgesteld. Uiteindelijk kwamen er drie echte claims binnen, waarvan er één door een onafhankelijke bezwaarcommissie werd gehonoreerd.

‘We leven nu vijf jaar na de eerste vraagtekens.
We zijn aan het einde van een traject gekomen’

Hoewel JMW zelf nooit enige betrokkenheid heeft gehad bij de voogdij, heeft het zich wel altijd verantwoordelijk gevoeld als rechtsopvolger en is het altijd onlosmakelijk betrokken geweest bij het lot van de oorlogswezen. Er zijn dan ook altijd contacten gebleven met vertegenwoordigers van de groep oorlogswezen. Hans Vuijsje, directeur van JMW: „Begrijpelijkerwijs zijn die contacten vaak zeer emotioneel geweest. We leven nu vijf jaar nadat de eerste vraagtekens zijn gesteld. We zijn aan het einde van een traject gekomen. De uitkomsten van de onderzoeken zijn duidelijk. Toch willen wij als JMW een gebaar maken naar de bewuste groep wezen. Op advies van en in overleg met de Gemeenschapsraad van JMW, waarin de hele Joodse gemeenschap vertegenwoordigd is, is besloten om een speciaal fonds in het leven te roepen met een startbudget van 125.000 euro. Dit fonds heeft drie doelstellingen: het financieren van sociale en groepsactiviteiten; financiering van cultuurhistorische projecten en het geven van een financieel steuntje in de rug aan minder draagkrachtigen.”

‘Diefstal compenseer je niet
met een gebaar.’

Vooral het woord ‘gebaar’ schiet bij direct betrokken oorlogswees Philip Staal in het verkeerde keelgat: „Ik vind dat woord een schandalige beschrijving. Een gebaar doe je als er geen zaken mis zijn gegaan maar je toch iets wil doen. Maar diefstal compenseer je niet met een gebaar. Naar de oorlogswezen toe zijn destijds zowel in financieel als in psychologisch opzicht veel fouten gemaakt. Daar hoort in ieder geval een excuus voor te komen en ja, ook financiële genoegdoening hoewel het mij daar uiteindelijk helemaal niet om te doen is. Er moet gewoon worden erkend dat er fouten zijn gemaakt. Met dit fonds heb ik dan ook niets.”

Ook NIW-columnist G. Philip Mok, zelf oorlogswees, heeft de zaak van dichtbij gevolgd. Hij zegt: „Het organiseren van cultuurhistorische projecten en sociale activiteiten is werk dat nu al bij JMW hoort. Dat is gewoon hun taak. Ik heb moeite met het feit dat alleen mensen die het financieel minder hebben aanspraak op het fonds kunnen maken. Daarmee stimuleer je slachtoffergedrag terwijl deze groep nu juist vooral bestaat uit heel hardwerkende mensen die iets van hun leven hebben gemaakt en alleen erkenning zoeken.”

‘Nu creëer je een soort schlemielenfonds
terwijl we geen schlemielen zijn’

Flory Neter van het VBV is het met hem eens: „Nu creëer je een soort schlemielenfonds terwijl we geen schlemielen zijn. Zoals het voorstel er nu uitziet, kunnen wij er geen verantwoordelijkheid voor nemen. Allereerst moet worden gezegd dat wij niet geloven dat het hier om 200 mensen gaat. Na de oorlog ging het om 215 mensen, het kan niet zo zijn dat daar anno 2010 nog 200 van in leven zijn. Ten tweede zijn er twee punten die, los van het bedrag, voor ons onacceptabel zijn: ten eerste worden wezen uitgesloten die voor de stichting van de staat Israël naar Israel zijn gestuurd. Daar heeft de voorloper van JMW destijds grote bemoeienis mee gehad en ik vind het onethisch om deze mensen – het gaat er om veertien of vijftien – uit te sluiten. Ten tweede snappen wij niet waarom er niet gewoon per capita wordt uitgekeerd. We hebben het hier over bejaarden die over het algemeen niet meer zitten te springen om gezamenlijke activiteiten. Ik denk dat we over niet meer dan vijftig mensen in totaal spreken, als je dit bedrag over zo’n aantal verdeelt, kom je op 2500 euro per persoon uit. Als je echt alleen mensen gaat uitkeren die zeggen het nodig te hebben, krijgt de een dit, de ander dat. Ik kan me heel goed voorstellen dat JMW zegt: ‘Mensen, ons treft geen blaam maar er zijn wel schoonheidsfoutjes gemaakt.’ Maar dan hoort iedere reflectant gelijk behandeld te worden. Zo kunnen wij geen finale kwijting aan JMW geven. Let wel: we weten dat JMW haar uiterste best doet en alle partijen willen een eind aan deze slepende kwestie breien want het is slecht voor JMW, slecht voor het VBV en vooral slecht voor de wezen. Waarom niet simpel voor een uitkering per capita gaan? Dan kan de zaak rusten. Overigens heb ik het natuurlijk niet over individuele zaken als die van de heer Staal en mevrouw Mimi Gutmann, dat zijn heel andere hoofdstukken.”

‘Hoe begrijpelijk het gevoel ook is,
het berust niet op feiten’

Hans Vuijsje: „JMW begrijpt de reacties van de wezen. In de vele gesprekken die JMW, VBV en SINJOI in de laatste maanden met elkaar hebben gevoerd, zijn de opvattingen van de wezen natuurlijk uitgebreid uitgewisseld. Op een enkel geval na is echter niet gebleken dat individuen benadeeld zouden zijn. Een aantal wezen heeft dat gevoel echter wel en dat is heel begrijpelijk, gegeven de loop van hun levens. Hoe begrijpelijk dat gevoel ook is, het berust niet op feiten. Gezien de uitkomsten van het onafhankelijk onderzoek en de bezwaarschriftenprocedure, is een individuele uitkering dan ook niet passend. Desondanks wilden wij toch aan die gevoelens tegemoetkomen en een gebaar maken van betrokkenheid en solidariteit met de Joodse oorlogswezen. De Joodse voogdij-instellingen, JMW en de Joodse oorlogswezen zijn immers voor altijd met elkaar verbonden.

‘Met de uitkeringscommissie zullen wij nadrukkelijk afspreken
dat toekenning op een zeer coulante manier gebeurt’

Alle Joodse oorlogswezen voor wie de voorgangers van JMW verantwoordelijk waren en die een beroep op het fonds willen doen, kunnen dat ook doen. Met de in te stellen onafhankelijke uitkeringscommissie zullen wij nadrukkelijk afspreken dat toekenning op een zeer coulante manier gebeurt. Wij menen op een passende wijze dit moeilijke en emotionele traject af te sluiten en zijn overtuigd dat de groep goed gebruik zal kunnen maken van dit fonds.”

Geef uw reactie
Naam*
E-mailadres*
E-mailadres tonen
Woonplaats*
*Verplichte velden
Uw bericht

top
Reacties

8) Hier is nog een reactie.
Wat is de betekenis en of de juiste bedoeling van het veel gebruikte woord: "Rechtshertstel?" Ben nagegaan in allerlei woordenboeken in het Hebreeuws zou het moeten betekenen: השבת דין is dat het woord wat jij er mee bedoeld. In Kramers Nederlands Woordenboek wordt het volgende uitgelegt: "Rechtsherstel is: sedert 1945 herstel in of vergoeding voor door de Duitse bezetten ontnomen rechten." De Raad voor het rechtsherstel werd opgeheven op 1 juni 1967. Sinds dien is er al heel veel gebeurd. Vind je dat niet interessant, misschien wist een zekere organisatie van deze beschreven wetenschap af.
In het artikel staat: "Een aantal Joodse voogdij-instellingen die ruim 200 Joodse oorlogswezen onder hun hoede hadden, werden een aantal jaren geleden ondergebracht bij JMW." Wie waren de Joodse voogdij-instellingen? Graag namen van de voogdij-instellingen.
Ik, als overlevende oorlogswees uit WO 2 heb altijd de volste vertrouwen in de organisatie en of personen die mij vertegenwoordigen. Zodra dat ik merk dat er iets mis gaat met het vertrouwen en nagegaan ben dat ik me niet vergis, wordt deze organisatie en of personen door mij voor altijd afgeschreven. Dat men zich een keer laat belazeren kan voorkomen, gebeurt in de beste families, enkel het wanneer het nogmaals gebeurt via de zelfde organisatie en of personen in wie men het volle vertrouwen gegeven heeft, sorrie, dan zijn zij niet schuldig, maar degene die hun het vertrouwen nogmaals gaf, schijnbaar was een keer niet genoeg. Beste Philip, wees zo goed dit als reactie op het artikel te plaatsen. Hartelijk gegroet,
Giora Nevo, Kiryat Gat, Israel, 26 juni 2010.

7) Giora, Er valt niets te begrijpen.
Uit alles blijkt dat tijdens het vermogensbeheer van de oorlogswezen door de Joodse voogdijinstellingen een groot deel van de vermogens van de oorlogswezen is verdwenen. JMW, als vermogensopvolger van deze organisaties moet de Joodse oorlogswezen in hun rechten herstellen. Dat is alles!
Bij de oorlogswezen gaat het om rechtsherstel, JMW behandelt dit puur zakelijk.
Dat er meer achter zit ben ik met je eens. Het is erger dan je denkt.
Redactie www.org, Israel, 27 juni 2010.

6) Hoe meer ik me er in verdiep, hoe minder ik er van begrijp. Dat het een serieus onderwerp is ben ik met je eens, heb ook Marianne en Philip's reactie gelezen, goed beschreven. Er moet meer achter zitten, onderwerpen die misschien niet bekend zijn. Heb eerste gedacht dat ik ook reactie moest schrijven waarvan ik, na me bedacht te hebben voorlopig vanaf zie.
Giora Nevo, Kiryat Gat, Israel, 26 juni 2010.

5) Philip, Bedankt voor het sturen van de link. Ik heb het gelezen: niet om echt vrolijk van te worden, maar dat had je waarschijnlijk ook niet verwacht.
Eric Fischer, 26 juni 2010, Nederland

4) De uitkomsten van het onderzoek "Rekenschap" zijn duidelijk. Toch hebben wij besloten om een oorlogswezenfonds in leven te roepen, zegt Vuijsje.
JMW heeft de vraagstelling opgesteld; de opdracht gegeven; de Onderzoekscommissie samengesteld en eveneens de onderzoekers aangesteld en betaald. Impliceert zoiets niet dat het wezenrechtsherstel gedoemd is tot falen?
Dat de regie van het onderzoek in handen was van JMW impliceert dat ze hierbij konden handelen, ongeacht de aanwijzingen en inschattingen van de professionele uitvoerders J. Joor en F. Hoek. In NIW van 2 januari 2009 schrijven de onderzoekers dat ze vanwege de vraagstelling geweigerd hebben de oorlogswezen zelf te horen. Geen financieel onderzoek werd verricht naar individuele gevallen; vermogensdossiers van oorlogswezen in het NBI archief werden niet onderzocht; het archief met de Memories van Successie Rijksbelastingdienst werd ook, vanwege de vraagstelling, uitgesloten van onderzoek.
Het is duidelijk dat onder die omstandigheden niet langer sprake is van een serieus, wetenschappelijk onderzoek, nu de direct betrokkenen niet in het onderzoek werden betrokken. Veeleer is sprake van een politiek pamflet schrijft prof. A. Heertje aan J. Joor op 21 januari 2009. Heeft JMW iets te verbergen?
Het wordt tijd dat JMW zijn excuses aanbiedt voor het leed de oorlogswezen aangedaan.
De claim ligt bij JMW als zijnde de vermogensopvolger van de voogdijinstellingen.
Het oorlogswezenfonds geeft geen oplossing van het conflict. Diefstal compenseer je niet met een gebaar.
Het rechtsherstel van de oorlogswezen moet nog beginnen.
Voor meer informatie: www.wezen.org
Philip Staal, Pardes Hanna, Israel, (NIW) 25 juni 2010.

3) Met pijn en vooral verdriet heb ik het artikel over de oorlogswezen in NIW 34 gelezen. Ach, wie interesseert het nou wat er met dat handjevol wezen na de oorlog is gebeurd? Het is een schande hoe JMW ons wil afschepen met een uitstapfonds. Ik ben het helemaal eens met de uitspraak van Philip Staal en kan daar geen woord meer tussen plaatsen.
Met Philip Mok ben ik het niet helemaal eens. Op een of andere mannier hebben we allemaal geprobeerd om erbovenop te komen. Neem mijzelf nou, ik wilde best leren maar ik kon het gewoon niet omdat ik na de oorlog bij een heel slecht pleeggezin ben geplaatst waar ik misbruikt ben en heel veel ben geslagen. Kon mij helemaal niet concentreren zat alleen maar te denken hoe ik mijzelf van kant kon maken want doodgaan was het enige wat ik nog wilde... Daarna naar de Bergstichting gegaan. Als je geen wees bent weet je niet en kan je je niet voorstellen wat eenzaamheid is. Nu maakt JMW een vies gebaar dat we onder leiding van JMW een maandelijks uitstapje mogen maken. Iets wat onze ouders nog nooit met ons hebben kunnen doen, heeft JMW op zich genomen? Kijk JMW: Le-Ezrath Ha-Jeled heeft niet van mij gestolen, zij hebben van mijn vermoorde familie gestolen die al 68 jaar niet meer kunnen praten...
Marianne van Geuns, Ramat Hasharon, Israel, (NIW) 25 juni 2010.

2) 65 jaar na de oorlog willen jullie een "gebaar" maken van betrokkenheid en solidariteit met ons Joodse oorlogswezen? na 65 jaar??????? kan JMW 's morgens nog in de spiegel kijken.. ik zou, als ik jullie was een burka gaan dragen.... ja, ja.. tragiek is komiek in spiegelschrift.
Sophia Blogowski-Herschel, Zurich, Switzerland, 22 juni 2010.

1) Toen ik, met weerzin, het woord "gebaar" las dacht ik meteen "dat zal Philip leuk vinden". Een paar regels verder werd mijn vermoeden bevestigd.
Robby Israel, Nederland, 19 juni 2010.
top