TEL AVIV - De Nederlands-joodse gemeenschap in Israël en het Centraal Joods Overleg (CJO) eisen ruim een ton van De Nederlandsche Bank (DNB).
In een brief aan president A. Wellink van DNB wijst het overkoepelende samenwerkingsverband Platform Israël op een bedrag van 7000 gulden aan slapende rekeningen.
Na toepassing van een vastgestelde vermenigvuldigingsfactor komen het CJO en het Platform uit op een afgeronde som van 120.000 gulden. De twee belangenorganisaties willen de gelden beschikbaar stellen aan de overlevenden van de holocaust.
R. Naftaniël, bestuurslid van het CJO, zegt twijfels te hebben over het gedrag van DNB tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Hij pleit voor een grondig accountantsonderzoek bij de bank.
Volgens een woordvoerder van De Nederlandsche Bank is met het CJO al een akkoord bereikt over teruggave van het geld. De organisatie en het Platform Israël eisen dat dit snel gebeurt, maar de bank wil wachten tot ook de Nederlandse banken en de Amsterdamse effectenbeurs de schadeclaims hebben afgehandeld. Dat laat nog op zich wachten door een geschil over de hoogte van de schadeclaim. (ANP)
© 1996-2005 De Financiele Telegraaf.
