Nederlands Hebrew English staal.bz
Home
Recensies
Bestel nu
Archief
Artikelen
Links
Ter nagedachtenis
About
Verhalen
Prikbord
Gastenboek
Nieuwsbrief
Nieuws
Video
Contact

About us


Het sinds 2001 aangekondigde onderzoek van Elma Verhey en Pauline Micheels over het rechtsherstel van de Joodse oorlogswezen is op 20 april 2005, als boek 'Kind van de rekening', gepubliceerd.

Nederlandse verzetsgroepen slaagden er tijdens de oorlog in honderden Joodse kinderen te laten onderduiken bij niet-joodse pleegouders. Toen de oorlog voorbij was, waren de meeste van die kinderen hun ouders kwijt. Als ze niet bij familie konden worden ondergebracht, bleven sommigen bij hun onderduikouders wonen. Andere kinderen kwamen in een van de joodse weeshuizen terecht. Een joodse voogdij-instelling beheerde de financiële zaken van de oorlogswezen tot ze volwassen waren.

In het boek 'Kind van de rekenining' concludeert Elma Verhey dat het vermogen van de oorlogswezen niet goed is beheerd en dat joodse voogdij-instellingen het geld voor hun eigen exploitatie gebruikten.

JMW heeft, na publicatie van het boek 'Kind van de rekening', afstand genomen van het onderzoek van Verhey en wil een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.
Dit is toch wel erg vreemd en opvallend omdat JMW-directeur Hans Vuijsje najaar 2004 in een paginagrote advertentie alsmede tijdens de mondelinge behandelingen van de rechtzaak Staal/JMW nog hoog opgaf over de kwaliteiten van Verhey en medeauteur Pauline Micheels. "De integriteit en deskundigheid van beide onderzoekers zijn onomstreden", aldus Vuijsje in de advertentie.
Mijn vraag is dan ook: Wat verstaat JMW onder een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek? Is, volgens JMW, de onafhankelijkheid van een onderzoek afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek?

Gangbare regels bij een Wetenschappelijk Onderzoek
Elk onderzoek begint ermee dat men of een opdracht krijgt of dat men zelf het een of ander gebeuren in het vizier krijgt, zich om de een of andere reden erover verbaast, nieuwsgierig wordt en vragen gaat stellen.
Er bestaan algemeen gangbare regels waaraan een wetenschappelijke onderzoeker zich moet houden. Het doel van elk onderzoek is: het zo goed mogelijk antwoord geven op de gestelde vragen.
Een wetenschappelijk onderzoek eist een systematische aanpak. Dat wordt bereikt door een zo goed mogelijk georganiseerde vraagstelling. Indien de vraagstelling steeds verschuift dan komt het onderzoek op losse schroeven te staan. Indien de vraagstelling ontbreekt dan krijgt de gedachten de vrije loop en is men bezig met het vertellen van een verhaaltje.
Het is dus noodzakelijk om goed na te denken over de te stellen vragen. Hoe breder de vraag, hoe moeilijker is het antwoord, maar ook: hoe uitvoeriger. Omgekeerd, hoe strakker en preciezer de vraag, hoe makkelijker en eenvoudiger is het antwoord, maar ook: hoe beperkter.
De vraagstelling is dus bepalend voor het onderzoek en de daarin genoemde conclusies.

Begin 2000 stelde ik aan de directeur van Joods Maatschappelijk Werk, de volgende centrale vraag:
"Heeft Le-Ezrath Ha-Jeled de erfenis van de oorlogswezen goed beheerd?"
Om een onderbouwd antwoord op deze centrale vraag te kunnen krijgen heb ik deze vraag onderverdeeld in de volgende acht vragen:
1. Wie was verantwoordelijk voor de oorlogswezen tot de leeftijd waarop zij meerderjarig werden?
2. Was Le-Ezrath Ha-Jeled nog steeds de voogd en daardoor verantwoordelijk voor de minderjarige pupillen die niet meer in Nederland woonden?
3. Wat was het vermogen (erfenis) van de oorlogswezen op 5 mei 1945?
4. Wat was het vermogen (erfenis) van de oorlogswezen, zoals vastgesteld door het Nederlandse Beheersinstituut (NBI)?
5. Wat was het vermogen van de oorlogswezen bij het bereiken van de meerderjarige leeftijd?
6. Is het vermogen door de Voogden van de oorlogswezen eigenlijk gebruikt?
7. Hoe, en door wie, werd er toezicht gehouden op de Voogden, respectievelijk Toeziend Voogden van de oorlogswezen?
8. Werd er, en zo ja door wie, op toegezien dat de oorlogswezen het batig saldo uitgekeerd kregen bij het bereiken van de meerderjarige leeftijd?

Om antwoord op bovenstaande vragen te krijgen was een onderzoek, door onafhankelijke financiële deskundigen, noodzakelijk.
Gedurende de jaren 1990 - 2000 is er van alles onderzocht betreffende Joodse WO II Tegoeden. Merkwaardigerwijs is het vermogensbeheer van de oorlogswezen, tot 2000, nimmer onderzocht. Dit was voor mij de reden begin 2000 de heer Vuijsje te zeggen dat nu de tijd gekomen is om een onafhankelijk wezenonderzoek te starten. Aanleiding dat ik zelf op onderzoek uitging was het feit dat er tot augustus 2002 nog niets hierover gepubliceerd was en er ook geen feitelijke aanwijzingen waren dat er een onafhankelijk onderzoek naar het vermogensbeheer van joodse oorlogswezen begonnen was.

Ik heb mijn rapport 'Be-Ezrath Ha-Jeled' aangeboden aan JMW op 20 januari 2004. JMW heeft op dit rapport nimmer inhoudelijk gereageerd. Dit in tegenstelling tot wat Vuijsje tijdens de zitting bij de Rechtbank alsmede in publicaties heeft beweerd.

JMW wil de voogdij-instellingen laten verdwijnen door middel van een fusie. De Gebr. Staal zijn in verzet gegaan tegen de voorgenomen fusie van de voogdij-instellingen met JMW, daar wij vinden dat de gelden van de voogdij-instellingen niet aan JMW maar aan de weeskinderen toebehoren.

Uit een intern e-mail van JMW van 11 april 2005 blijkt dat de heer Vuijsje reeds ruim voor de mondelinge behandeling van de zaak Staal/JMW kennis droeg van de inhoud van Verhey's boek en men zelfs pogingen heeft gedaan haar conclusies te beïnvloeden. Mevrouw Verhey heeft daar -terecht- geen gehoor aan gegeven.

In "Kind van de rekening" komt Elma Verhey tot dezelfde conclusie als Staal, namelijk dat het vermogen van de joodse voogdij-instellingen verdeeld moet worden onder de joodse oorlogswezen.
Philip Staal
Philip Staal
Auteur van Roestvrijstaal (2008), Settling the Account (2015) en Mijn erfenist (2016).


top